100 Cols - Deel 4, Levier - Isle sur le Doubs

In deel 3 is de het grootste deel van mijn zomervakantie 2002 beschreven. Alleen het laatste stukje, van Levier terug naar Isle sur le Doubs, ontbreekt in het verhaal. Uitvalbasis voor dit (korte) stukje 100 Cols is Valdahon, op slechts 4 km van Epenoy.

De vrijdag dat ik terug reed naar de auto was het warm. De zaterdag heb ik me met de auto verplaatst richting zuiden. De bedoeling was nu om op zondag nogmaals 90 km naar het zuiden te fietsen, dan op maandag een lusje, op dinsdag 108 km over de route terug naar de auto en tot slot op woensdag de etappe tot Ilse sur le Doubs compleet te maken. In verband met het warme weer heb ik hier echter van afgezien. Ik heb alleen op maandag tot en met woensdag gefietst en de route vanaf Levier compleet gemaakt. Dat heeft me ongeveer 120 km, allemaal "op de 100 Cols", ten opzichte van de oorspronkelijke planning gekost. In ieder geval is het zo dat ik dit jaar de eerste 340 en laatste 431 km van de tocht heb volbracht. Nu nog slechts 3138 km te gaan. Maar goed, nu de korte etappe met alles er om heen.

Het weer is nu toch iets veranderd, afgelopen week was het steeds warm, de laatste dagen zelfs (bloed)heet. Het is nu bewolkt; tenminste er hangt van die hoge, donkere bewolking. Niet iets waar je direct veel regen uit verwacht. Vandaag dus maar weer eens gewoon in een shirt met korte mouwen. Voor het geval dat, worden de schouders wel voorzien van factor 30. Ik ga al op tijd op stap. Ik rij langs Etray, richting Nods. Dan gaat het de N57 naar Pontarlier op. Niet dat bepaald een leuke weg is om te fietsen, maar het gewoon lekker snel. Snel is het zeker, want het eerste deel is weer vierbaans met een maximum snelheid van 110 km/uur. Het verkeer komt dat ook vol langs gescheurd. Tot Le Petit Paris gaat het nog even iets omhoog, dan begint het afdalen. In de verte kijk ik tegen donkere wolken. Er hangen een paar van die grijze sluiers onder. Het zou daar verderop wel kunnen regenen. Maar goed, zolang de tegenliggers niet nat zijn, is er nog niets aan de hand. Bij St. Gorgon-Main verlaat ik de grote weg; eindelijk rust.

Lods aan de LoueWanneer ik het dorp uit rij, is het net of het iets begint te sputteren. Een paar honderd meter verder begint het eerst licht en daarna iets harder te regenen. Ik stop onder een bosje om de regenhoezen over de fietstassen te trekken. Bovendien trek ik zelf een jasje aan. Het begint steeds harder te regenen. Behalve dat de plastic tas over de camera's gaat, gaat ook een dunne tas om de gehele stuurtas. Ondertussen plakt mijn shirt al aardig van de regen. Dan hoor ik een tik, gevolgd door een klap. Verrek, dat was een blikseminslag op hooguit een paar honderd meter afstand. Wegwezen hier, als een speer naar Ouhans en weg uit de heuvels met dat onweer. Trouwens onweer, ik had eigenlijk niets aan de lucht gezien dat op onweer kon duiden. Geen vreemde kleur, geen dikke 'donderkoppen' en al helemaal geen gerommel in de verte. Wanneer ik 2 kilometer verderop Ouhans in rij, is de regen al aardig afgenomen. Ook heb ik nog maar één andere donderklap gehoord. Het lijkt dus mee te vallen. Op een heuvel achter Ouhans stop ik even om te filmen. Het wegdek is hier weer droog en er is, behalve mijn natte kleding, iets dat op regen duidt. Dan gaat het via Evillers, waar ik een hele kudde tegenliggers (koeien) heb, naar Septfontaine. Hier besluit ik een rondje te maken via kasteel Maillot. Ik pak hier eigenlijk de verkeerde weg, maar kom via een iets groter ommetje, toch op de D356. Het is dat me een auto tegemoet kwam waarin de inzittenden strak naar links staarden, anders was ik het kasteel gewoon voorbij gereden. Vanaf de weg was hij bijna niet te zien. In rij nog even het weggetje naar het kasteel in, maar er is weinig te zien. Het kasteel is n particulier bezit en verboden voor toeschouwers. Dan maar weer terug.

Ik arriveer mooi op tijd in Levier en haal daar, na een paar bananen te hebben gekocht, op 44,22 km rijden een stempel bij het postkantoor. Hier begin ik de volgende etappe van de 100 Cols pas echt; die van Levier naar Isle sur le Doub. Met een strakke wind in de rug, ben ik al snel weer terug in Evillers. Dit keer loopt er geen kudde koeien op de weg. Hier begint officieel de eerste klim van de dag; de Cote d'Evillers. Rechts kijk ik uit over de vlakte en links tegen het bos aan. Na het eerste stuk bos even een paar weilanden, dan weer een stukje bos en de cote is bedwongen. In de verte kijk ik uit over het dal van de Loue. Het is duidelijk een groot dal, maar nog niets spectaculairs. Dat verandert wanneer ik achter Longeville omlaag rij naar Lods. De hoogvlakte gaat over in een schitterend dal. Niets duidt op een simpel dal in een hoogvlakte, ik waan me direct weer hoog in de bergen. In de verte kijk ik tegen hoge rotswanden aan. Links zie een weg via haarspelden tegen de wand op kruipen. Ik blijf doordalen tot ik op de brug in Lods het laagste punt heb bereikt. Het is nu even rechts en direct weer links, had ik kunnen weten, langs de kerk. Aangezien het weer aardig op temperatuur komt, gaat de versnelling maar direct weer op het laagste verzet. Alleen het klinkt niet lekker. Bovendien komt er zo nu en dan een ratel. Ik stop eens om te kijken, maar zie niets bijzonders. Dan maar verder. Weer die ratel, net of de ketting even van de 26 op de 23 schiet en dan direct weer terug schiet naar de 26. Ik parkeer de fiets nog een keer en maar weer eens op de knieën achter de fiets liggen. Dan pak ik een schroevendraaier en stel de derailleur iets bij. Kennelijk wijkt het reservewiel waar ik nu mee rij toch heel iets af van het normale wiel. Nu kan ik zonder ratel verder. Nadat het eerst even snel omhoog ging Lods uit, zit ik nu op een lange, rustig oplopende weg naar Athose. Net voor Chasnans wordt de top van de Cote d'Athose bereikt. In zo'n 9 km is een hoogteverschil van 400 m weggewerkt. Het enige dat ik de gehele klim heb gemist, is het ruizen van water. De omgeving lijkt op een mooi rivierdal, maar water zie je niet.

In Nods besluit ik nog maar eens een stempel te halen, eentje op een dag is ook al zo kaal. Nu hoef ik eigenlijk nog maar 5 km naar Epenoy en ik ben op mijn eindpunt. Alleen het laatste stukje kan ik de route niet volgen; de weg is afgezet. Wat zal ik doen? Gokken of de omleiding volgen. Ik besluit toch maar de omleiding via Vanclans en Rantechaux te volgen. Maakt in kilometers toch niet veel uit. Voor Epenoy zie ik dat er inderdaad aan de weg wordt gewerkt, maar volgens mij had ik er best doorgekund. De wegwerkers zijn duidelijk andere mening, want er staan hier twee twee-meter hoge hekken op de weg. Uiteraard met platgereden gras om de hekken, dus de weg wordt kennelijk wel door omwonenden gebruikt. Na 82,82 km fietsen sta ik weer bij de kerk van Epenoy. Hier zou ik eigenlijk willen stoppen, want ik ben bijna "thuis". Het is nog vroeg, dus ik besluit, ondanks de donkere wolken in het zuiden, nog een extra stukje te fietsen. Met een flinke vaart rij ik naar Vercel-Villedieu. Dan gaat het de bocht om en terug naar Valdahon. Alleen dat kost iets meer zweten. Waar ik al een hele tijd met de wind in de rug rondtoerde, moet ik nu tegen de wind in. Wel even iets anders.

Col De Ferriére De volgende dag komt het laatste stukje 100 Cols van deze vakantie aan de orde. Dat is de etappe via Pierrefontaine naar Isle-sur-le-Doubs. In Pierrefontaine ga ik bij het postkantoor langs voor een eerste stempel. Dan heb ik Pierrefontaine tenminste officieel gehaald. Dan stap ik weer op de fiets en rij langs het bord "Route barre". Het valt wel me, want men is er net bezig een markt op te zetten. Geen noodzaak om om te fietsen dus. Het eerste stukje golft weer zoals vanouds. Niets bijzonders dus. Dan begin ik aan de lange afdaling naar Sancy-le-Grand. Met de grijze, laag hangende bewolking is het niet eens echt warm. Ik kan op het ogenblik best rijden met het jasje aan. Uiteraard wordt er nog even gestopt om Chateau Belvoir op de video vast te leggen. Een foto wordt niet gemaakt, want het nog steeds niet erg helder. In een vlot tempo heb ik ondertussen Vellerot bereikt. Nu begint de lange en moeizame klim naar de enige col van de dag. Nou ja, overdrijven is ook een kunst; 3 km en nog geen 150 m hoogteverschil. Toch is de Col De Ferriére (592 m) een echte col. Voor de col gaat het omhoog, tenminste, het laatste stukje. Na de col gaat het lekker omlaag. Bovendien loopt de weg die op de col gekruist wordt, naar links en recht (iets) omhoog. Het is niet veel, maar genoeg voor de definitie 'Col'. Nu gaat het omlaag achter een tractor met twee lange wagens aan. Een Fransman laat nog even zien wat lef is; twee auto's inhalen, dan voor een onoverzichtelijke bocht even links achter de tractor met wagens blijven hangen en dan er langs. Hij zit nog maar amper op de rechter weghelft of er is al een tegenligger.
Nu nog even onder de snelweg door, omhoog naar de grote weg en als een speer naar Isle-sur-le-Doubs. Daar moet rechts aangehouden worden om het centrum te bereiken. Ik hoef daar niet eens te zoeken, is zie het postkantoor direct. Ik klok hier 34,26 km sinds het postkantoor van Pierrefontaine. Snel naar binnen voor een stempel en de laatste 431 km van de 10 Cols zijn geheel binnen. La Creuse

Nu begint het toeristische deel van de dag. Ik rij eerst maar eens een stukje terug. Net buiten Isle-sur-le-Doubs ligt een parkeerplaats aan de grote weg. Daar hou ik een eerste lunchpauze. Dan gaat het verder over de grote weg. Toch is het wel een mooie weg. Het gaat eerst even iets omhoog, maar vanaf Rang gaat het een stuk direct langs de Doubs. In Clerval wil ik de weg naar Crosey en Vellevans pakken. Ik zie en afslag richting Anteuil. De verkeerde, rechtdoor dus. Door een noodstoplicht en over een noodbrug. Wacht even, een brug betekent naar de andere kant van de Doubs en dat was dus niet de bedoeling. Ik stop aan de kant en pak de kaart nog eens. Ondertussen beweegt de noodbrug gezellig op en neer met het verkeer. Ik had dus toch de afslag naar Anteuil moeten hebben, die splitst zich later. Ik zit nu weer op de goede weg. Voordat ik links omhoog buig richting Vellevans, stop ik toch maar even om het jasje uit te trekken. De donkere bewolking is ondertussen overgegaan in een hemel met verspreide stapelwolken met daar tussen een lekker brandende zon. Uit de wind en in de zon begin ik al weer aardig te zweten. Toch kan ik goed merken dat het lang niet zo warm is als rond en voor het weekend. Over een mooi weggetje klim ik het dal uit. Daarna gaat het, uiteraard, weer een eind omlaag. Dan klim ik toch weer omhoog naar Vellevans. In het dorp staan twee borden bij de weg die ik uitgekozen heb; Ouvans en Cote de Ouvans. Hé, dat levert me een extra cote'tje op.Ik rij nu door naar Landresse. Hier stop ik om de kaart eens goed te bestuderen. Wat zal ik doen, hoe ver rij ik nog door. Ik besluit in ieder geval eerst naar Ornans te rijden, dan hoef ik de heuvel tenminste niet omhoog. Hoewel, eens zal ik omhoog moeten. Op de kaart ziet het weggetje langs de Creuse er wel aardig uit. Ik besluit deze maximaal 2 km in te rijden. Maar goed, na 2 km sta ik net boven aan de waterval. Dus nog maar een kilometer extra. Na het bezoek aan de waterval rij ik terug naar Orsans, sla rechts af, pak nog even het lusje via Leugney en draai dan het dal van de Creuse weer in. Deze klim moet me weer zo ongeveer op de hoogte van Pierrefontaine brengen. Vanuit Villers-Chief kan ik rechtstreeks terug naar Pierrefontaine. Van daar gaat het in één streep terug naar Valdahon.

Henk Luggenhorst