100 Cols; deel 2 - Het begin

In de voorbereiding schreef ik dat er nog 1 probleem was; het uitlezen van de kilometerteller. De oplossing hiervoor is een pocket-pc geworden. Ik heb zelf een verloopkabel gemaakt en de software geschreven. Daarna was het nog een halve dag zweten om het geheel draaiende te krijgen. Maar het is gelukt. Nu het relaas van de laatste voorbereidingen en het eerste deel van de rit.

De laatste training was op dinsdag. Even werd het tijdritparcour bezocht, om vervolgens door te rijden naar Nieuw Heeten. Na het fietstunneltje zet ik licht aan en 'kloink'; er knapt een spaak. Dan rij je niet meer lekker. En aangezien dat dit nu al de tweede spaak in korte tijd was, vertrouw je het hele wiel niet meer voor een zware vakantie. De volgende dag dus in de telefoon. Ik zat voor het werk in Wageningen en kon dus niet even langs Bloemendal rijden. Gelukkig kon ik het wiel afgeven bij een monteur die in Holten woont. Was het wiel toch op donderdagochtend al in Rijssen. Het wiel is geheel opnieuw gespaakt met iets zwaardere spaken.


Op donderdag ben ik begonnen met pakken. Alles paste lang niet in de rugtas en de andere tassen. Op vrijdag nogmaals pakken; nu maar meer thuislaten. Het kon, maar de rugtas was wel erg vol. Omdat ik toch naar Bloemendal moest, besluit ik een paar tassen te halen die aan de drager passen. Na het aanpassen van de drager en het monteren van de tassen, blijkt de verdeling van alles over de tassen nu toch beter te zijn. Ik heb warempel nog ruimte over. Uiteindelijk vertrek ik pas om 12:20 en kom om 18:30 aan in Saverne. Eerst maar eens parkeren op gratis parkeerplaats en wandelen. De eerste 3 hotels zitten vol, in de vierde is plaats.

De eerste dag
Gare SNCF, SaverneDe auto staat in Saverne op de gratis parkeerplaats en zal daar voorlopig blijven. Eerst wordt een stempel gehaald bij de kiosk van het station; dus géén datumstempel. Dan op pad. De bedoeling is om door te rijden tot Epinal, maar of dat lukt? Vanuit Saverne gaat het direct omhoog, Cote du Spielberg op. Nou dat is afzien. Dan voel je die 10 kg extra bagage (circa 16 kg in totaal) wel hoor. Maar goed het gaat vrolijk verder naar de Col de Valsberg. Helaas staat hier geen bordje. Vervolgens Cote du Valkenberg en Cote de St. Leon omhoog, ook niet mis zo op de middag. De eerste verplichte stempel onderweg wordt gehaald in Abreschvillier. Gelukkig is er een Tabac open, hier ontvang ik mijn gewenste stempel.

Dan begint de lange klim (15 km) naar de Col de L'Engin. Het gaat niet zo soepel, ik zie niet zitten dat Epinal vandaag bereikt wordt. Van de L'Engin naar de Donon is een makkie; - 62 m klimmen (dalen dus). Dan gaat het weer een Route Forestiere op. Een mooie weg maar kwalitatief laat het te wensen over. Ik denk dat ik op de col ben en stop om windstopper aan te trekken. Helaas, mis, er komt nog een klein rot stukje. Maar dan word ik ook beloond met een bordje op de col de Praye. Over een niet al te beste weg gaat het vlot omlaag. Dan bij een 'houtzaak' is er plots amper over asfalt te spreken. Vol is de remmen dus. In Etival probeer ik nog een datumstempel te krijgen, maar helaas het station zit dicht. Dan vandaag maar zonder datum, ik heb altijd de rekening van het hotel nog. Col du Donon (727 m)

De snelheid is er ondertussen helemaal uit. Op de Col de Mon Repos wordt nog even weer gegeten, had al veel eerder moeten gebeuren, maar goed. Volgens mij ben ik er bijna, alleen nog even een kleine cote; is me dat een kreng! Het steilste stukje van zo'n 300 m komt boven de 10 %. Ik dacht dat ik er in bleef. Op het laatste stukje mis ik nog even een afslag en kom over een drukke weg Grandvillers binnen. Echter wel direct bij een hotel; waar zelfs nog plek is. De fiets mag in de garage.

Totaal 133 km gereden vandaag, tenminste op de teller, volgens de routebeschrijving zit ik op 137 km. Het verloop van mijn kilometers ten opzichte van de routebeschrijving is soms iets vreemd. De ene keer loop ik vele km voor, de andere keer klopt het weer ongeveer of loop ik zelfs iets achter. Later maar eens goed analyseren. Tot op heden was het begin duidelijk zwaar. Ook de geplande afstand is te groot. Beter is de gemiddelde geplande waarde van 100 km per dag. Toch eerst maar eens proberen 100 km, één dag, uit te lopen. Morgen zou het tot Champlitte moeten lukken. Dat is 138 km, vergelijkbaar aan vandaag, met die uitzondering dat er alleen in de laatste 50 km een paar echte klimmetjes zitten. De hoogteverschillen blijven echter onder de 250 m. Dus misschien dat het lukt. Dan nog een keer 125 km en ik kan terugvallen op gem. 100 km per dag.

De tweede dag
Ik start vol goede moed. Alleen het gaat continu glooiend omhoog en omlaag. Volgens de routebeschrijving krijg ik maar drie cotes tot Champlitte, maar ik zie er vele. Het gaat niet echt lekker. Ik vraag me af hoe ver ik deze vakantie zal komen. Als het niet beter wordt, keer ik nog een keer om. Het weer is prima, de zon schijnt volop, de temperatuur loopt op richting 28 graden en wind blaast altijd tegen. Ik hoop maar dat factor 30 het houdt. Voordeel is wel met deze temperatuur dat het zweet niet in stroompjes overal af loopt. Ik heb eerst het gevoel dat de 137 km naar Champlitte toch ver zijn. Maar het valt allemaal best mee en om half vijf ben ik over. Ik rij eens heen en weer, en nog eens. Dan ik informeer ik bij een hotel; antwoord: probeer die ander maar. Alleen die ander zit op maandag dicht. Iets verderop zit een A4'tje op de deur. Er staat iets op van de Marie en verder is het angstvallig stil. Dan naar dat 4e hotel, iets buiten de stad. Op het bord lijkt het wel wat. Wanneer ik daar na 5 km fietsen eindelijk ben, lijkt het meer een krot dan een hotel. Bovendien zit het dicht. Ergens in de Vogezen

Nu heb ik een probleem: of echt aan het zoeken, of door. Gezien de kwaliteit van mijn Frans, besluit ik tot het laatste. Het gaat nu opvallend lekker. Het is niet helemaal zo warm meer. Tot Is-sur-Ille is het 35 km fietsen. Vlak voor het eind pak ik een verkeerde afslag. Niet getroost, volgens het bord zit er toch een hotel. U raadt het al: dicht! Dan maar weer keren en naar Is-sur-Ille. Ik kom het spoor over en zie een bordje Hotel. Direct maar rechts en informeren. Gelukkig hier kan ik terecht na uiteindelijk bijna 190 km fietsen. Het is ondertussen ook al 19:30. Dit doe ik dus niet weer. De volgende etappes worden allemaal op pakweg 100 km gebaseerd. Hou je 's middags tenminste tijd over. Oh ja, het voordeel van dit hotel: het ligt recht tegenover het station. Heb ik mijn datumstempel morgen tenminste vlot binnen.

Kapot
Ik voel me niet echt 100% wanneer ik uit bed kom. Sterker nog, ik heb eerder het gevoel dat ik nog geen viaduct over kom. Langzaam kom ik op gang en ga richting ontbijt. Weer een paar stukjes stok, een broodje lucht, twee bakkies thee, een glaasje jus en een beetje jam. Dan omkleden en richting garage.Zelfs het stukje vanuit de garage naar de weg valt tegen. Voor het vertrek eerst naar het station voor een stempel. Staat de stempel ook nog op de verkeerde dag. Krijg ik een stempel van 17 mei in plaats van 21 mei. OK de 17 wordt doorgestreept en er komt een 21 bij.

Het eerste stuk van de route is schitterend, alleen ben ik niet vooruit te branden, het gaat met veel moeite 23 km/uur. Dit ondanks het feit dat de weg op 16 km maar 85 m oploopt. Dan komt de Cote de Francheville. Kilometers gaat het omhoog, eerst vals plat, later iets steiler. Wederom staat de koperen ploert aan de hemel te branden. Op stukken waar geen wind is, is het heet. Wanneer dit zo blijft kan ik nog wel een paar dagen doorfietsen, maar ik vrees dat de terugweg dan een martelgang wordt. Ik besluit door te fietsen tot St. Seine - l'Abbaye, een verplichte stempelplaats. Het is al half 12 uur wanneer ik dit dorp bereik. Ik heb meer dan 2 uur gereden over slechts 32 km en 400 m hoogteverschil. Bij het postkantoor haal ik een nieuwe datumstempel. Dit zal ook mijn laatste zijn. Ik besluit er mee te kappen zolang het nog lekker gaat. Ik ben immers met vakantie en vakantie behoort leuk te zijn. Dat gaat mijlenver boven de noodzaak om de 100 Cols te rijden. Postkantoor St. Seine-l'Abaye

Na iets gegeten te hebben, keer ik de fiets en rij de helling van 10 %, die ik net afgedaald ben, weer omhoog. Het gaat nu richting Dijon tot ik de Suzon kruis. Hier sla ik links af het dal in. De weg blijkt continu te dalen. Alleen halverwege mis ik ineens iets; het water. De eerste km gaat het duidelijk stroomafwaarts, het water kabbelt rustig mee. Na een bocht staat de beek plots droog. Waar dat water gebleven is? Geen idee! Over een heel klein binnenweggetje toer ik naar Norges-la-Ville. Vandaar gaat het verder in oostelijke richting tot Mirebeau-sur-Beze. Ik heb er 79 km opzitten en zie en bordje Hotel. Vandaag is het genoeg geweest, ik ga niet verder. Misschien dat het morgen iets beter gaat.

Terug
De planning is nu als volgt: ik ga verder in noord-oostelijke richting. Daar liggen een paar grotere plaatsen als Vesoel en Lure. Daar zijn zeker hotels te vinden. Bij Ronchamps kruis ik dan de 100 cols op 3609 km. De route draait hier de Vogezen weer in voor de laatste 300 km. Wanneer ik daar echter het Rijndal in draai en langs de Rijn naar Strassburg rij, dan zou het niet veel meer dan 200 km fietsen moeten zijn. Als alles mee zit ben ik dan vrijdagavond, na 6 dagen fietsen en bijna 700 km, weer bij de auto terug.

De terugweg begint met een bewolkte dag. Om op te schieten hou ik hele stukken N19 aan. Niet de mooiste weg, maar wel rechtstreeks en goed. Het is te vergelijken een verbreedde Deventerweg, maar dan zonder fietspad! Ondanks dat het een paar uur regent, is de onderkant van de mouwen van het Gamex-jasje nog steeds niet nat. De eerste dag terug verliep redelijk vlot.

De tweede dag heb ik maar één bui. Deze was al begonnen voordat ik uit bed kwam en gaat nog steeds voort wanneer ik om vijf uur in het hotel zit. Oftewel: het heeft de hele dag geregend en niets dan geregend. Ik rij langs de voet van de Vogezen richting Rijn. Onderweg wordt ik nog even een fietspad opgestuurd. Het fietspad is nieuw, maar de route lijkt oud. Wacht even, verderop liep ergens een oud spoorlijntje, zou dit dat lijntje kunnen zijn? Ja dus, bij het volgende dorp loopt het fietspad verder langs de spoorlijn. Dan draai ik het Rijndal in. Probleem is alleen dat ik van het laatste deel geen detailkaart bij me heb. Die ligt thuis.

In een hotel aangekomen gaan de tassen eerst naar de douche, daar is tenminste een stenen vloer. Alles wordt uitgepakt om droog van nat te scheiden. De waterschade valt hard mee. Alleen alles wat onder in de tassen zat is iets nat. Zelf was ik trouwens ook goed ingepakt. Ik heb maar één natte voet. Kennelijk toch de plastic overschoenen niet stevig genoeg afgeplakt.

Op dag zes, een week eerder dan gepland, start ik aan mijn laatste etappe naar Saverne. De zon schijnt weer, alleen is het iets frisser geworden. Ik weet me goed te redden met een kaart van 1 op 1.000.000. Tenminste: tot Molsheim. Ik volg de borden en wordt bijna direct de autoweg opgestuurd. Het wordt nu echt even zoeken. Op een gegeven ogenblik ligt er warempel een fietspad, wel 4 m breed. Breed fietspad, in Frankrijk? Ik nader een paar silo's en zie de reden. Achter de silo's liggen nog de resten van het nevenspoor. Ik rij op een voormalig spoorlijntje.

Na 746 km gereden te hebben in 6 dagen, ben ik terug in Saverne. Het is lang niet wat ik gepland en gehoopt had, maar uiteindelijk heb ik, ondanks een dag regen, toch zes dagen lekker gefietst in Frankrijk. En lol in het fietsen, dat is belangrijk.

Wat ging er mis?
Eigenlijk staat in de beschrijving van de eerste dag al wat er mis ging. De eerste 137 km waren al te veel voor één dag. Die dag heb ik 1940 hoogtemeters gemaakt. Op zich niet extreem veel, maar de 10 % extra gewicht tellen bij het klimmen zwaar mee. Verder was het bijna 137 km tegen de wind in; ook dat sloopt op de vlakkere gedeelten. Ook de tweede dag was met 1640 m hoogteverschil en 190 km met veel tegenwind te veel van het goede. Dan heb ik het nog niet over dat glooiende terrein. Ik vind klimmen best leuk, maar dan moet het ook echt klimmen en niet verdeel zijn over allemaal korte stukjes.
 

Punt Plaats Afstand  Hoogte 
1 Saverne 0,0 229
2 Col de valsberg 22,2 690
3 Cote du Vackenberg 40,5 415
4 Cote de St. Leon 47,4 452
5 Abreschviller 52,0 305
6 Col de L'Engin 69,0 796
7 Col de Mon Repos 116,8 473
Punt Plaats Afstand  Hoogte 
8 Grandvillers (km correctie) 137,0 342
9 Cote D'Ainvelle 220,2 326
10 Bourbonne les Bains 226,0 239
11 Cote de Briaucourt 235,0 393
12 Marcilly sur Tille 309,0 275
13 Cote de Francheville 335,0 556
14 St. Seine-l'Abbaye 340,8 459


Ik ben dus gewoon veel te fanatiek aan de rit begonnen. Ik had 14 dagen voor 1400 km gepland en wilde er direct in de eerste dagen een dag uit rijden. Dat had ik nooit moeten proberen. Met gewoon 100 km per dag en dan stoppen was ik veel verder gekomen. Nu had ik de derde dag natuurlijk ook voor herstel kunnen kiezen. Mijn inschatting was echter dat ik minstens twee dagen volledige rust of drie tot vier dagen heel rustig fietsen nodig zou hebben om te herstellen. De gehele rit kon ik dan wel vergeten. Doorgaan betekende bovendien dat elke dag doorfietsen neer zou komen op twee dagen langer onderweg. De vraag was dan of het leuk zou blijven of dat het, zoals eerder aangegeven, op een gegeven ogenblik een martelgang zou worden. Voor mijn gevoel heb ik toch de juiste keus gemaakt. Ik heb immers zes dagen aardig gefietst in Frankrijk.

Hoe nu verder?
Is er een verder met de 100 Cols? Ik denk voorlopig van wel, alleen niet op de manier zoals gepland. Twee weken onderweg met bagage en ver van de auto is niets voor mij heb ik gemerkt. Gaat er dan iets mis, dan kan het dagen fietsen zijn tot de auto. Of er moet ander vervoer geregeld worden. Mijn volgende etappe van de 100 Cols zal de laatste 340 (?) km van de tocht worden. Ik denk deze trip zodanig te kunnen plannen dat ik nooit verder dan één dag fietsen van de auto overnacht. Dit wil ik realiseren door de auto in het Rijndal ergens tussen Sélestat en Colmar achter te laten. Bovendien wil ik vooraf alle hotels reserveren. Dat betekent dat ik ook niet meer dan gepland kan fietsen. Op die manier dwing ik mezelf in te houden. In augustus maar eens kijken hoe dat gaat.