Bagage op de racefiets
Toen ik in 2002 besloot me aan de 100 Cols te wagen, was het uiteraard ook de vraag hoe de bagage mee te nemen. Mijn broer Gerrit reed steeds rondjes vanuit een hotel en hoefde daarom geen bagage, anders dan voor de dag zelf, mee te nemen. Maar ja, hij is nu eindelijk rond en heeft in die jaren geen 4000 km, maar misschien wel 9000 km gefietst om alle stempels te verzamelen. Dat is voor mij echt te veel. Gelukkig had ik van twee fietsen terug nog een lichte aluminium drager liggen. Misschien was die te monteren.
Dus maar eens aan het puzzelen. Je hoeft een racefiets niet uitgebreid te bestuderen om te zien dat er (uiteraard) geen nokken aan een racefiets zitten, waar met goed fatsoen een bagagedrager aan past. Mijn toenmalige Jan Janssen was echter voorzien van een opening in de padden van de achtervork (klik op een foto voor een grotere versie). Door deze openingen pasten net boutjes van 6 mm. Links was dat geen enkel probleem, rechts werd het lastiger. Daar was zo weinig ruimte tussen het frame en de kransjes dat afvlakken van de kop van de bout alleen niet voldoende was. Een extra plaatje tussen de as en het frame (zichtbaar net tegen het frame) zorgde echter voor net voldoende ruimte. Op de foto is het slecht te zien, maar er is echt ruimte. Hiermee was het onderste bevestigingspunt gerealiseerd.
Maar ja, in 2009 kwam er een nieuwe racefiets. Weer een Jan Jansen, maar dit keer eentje met een aluminium frame. En je raadt het al, zonder openingen in de padden. Daarmee was het niet meer zo eenvoudig om een drager te monteren. Nu kun je natuurlijk wel een eenvoudige klem om de staande achtervork maken, maar voordat die zo vast zit dat de klem niet om de buis gaat draaien, moet je de boel wel erg strak aandraaien. En dan nog bestaat er de kans dat, als je fiets ergens een beetje ruw en ongunstig tegen aan zet, de klem iets gaat draaien en het frame beschadigd. Bij een carbon frame, mocht een lezer dat hebben, kun je het al helemaal vergeten. De kans op beschadigen van de buis is dan veel te groot.
Er moest dus iets nieuws worden bedacht. De belangrijkste eis voor de nieuwe klemmen was: "Muurvast met geen kans op draaien om de buis zonder al te veel krachten op de buis te oefenen". Er kan niet zomaar aan die eis voldaan worden. Tenminste, een klem enkel om de staande achtervork kan nooit aan die eis voldoen. Maar hoe voorkom je dat de klem ook maar even de neiging krijgt om te gaan draaien? Het antwoord was niet eens zo moeilijk: "Zorg dat er iets is waardoor draaien onmogelijk wordt". Dat "iets" is er gewoon; de liggende achtervork. Vandaar dat ik klemmen heb gemaakt die zowel om de staande als de liggende achtervork vallen. Op de foto's hieronder is de vorm van de klemmen te zien. Elke klem bestaat uit twee delen, één aan de buitenkant van het frame, één aan de binnenkant.
De klemmen zijn uit 2 mm die aluminium traanplaat gezaagd. Aluminium heeft het grote voordeel dat het eenvoudig te bewerken is, licht is en nooit gaat roesten. De basistekening voor de vorm van de klemmen is gemaakt op basis van (digitale) foto's van het frame. Aangezien er een vorm in de klemmen geslagen moet worden, is de lengte van de klemmen vergroot. Je moet extra materiaal hebben voor de bocht om de buizen. Hoeveel? Dat is een kwestie van meten, rekenen en schatten. Ik kwam op 2 keer 5 mm. Dit was echter niet voldoende om ruimte voor een "halve buis" te maken. Beide helften zouden 3 tot 5 mm van elkaar blijven. Om deze ruimte op te vangen heb ik van ander aluminium materiaal "opvulstukjes" gemaakt. De vorm van het stukje onder de liggende vork is niet echt van belang; het is alleen om de ruimte op te vullen. Het stukje tussen beide vorken is op maat gemaakt zodat het ook werkelijk precies tussen de vorken valt. Dit houdt de klem op zijn plaats. Het opvulstukje boven de staande vork is is zo gemaakt de poot van de bagagedrager er in past. Dit is op de foto's met rood ingetekend. Verder rust het stukje tegen de staande vork. Hiermee wordt de druk van de drager op de vork opgevangen.
Aan de linker kant van de fiets is voldoende ruimte om de klemmen op deze manier aan elkaar vast te schroeven. Rechts is het iets lastiger in verband met de cassette. Het mooiste was schroeven van buiten naar binnen, zoals links is gedaan. Rechts moesten 4 van de 5 schroeven echter van binnen naar buiten aangebracht worden. Ook staat het achterste gedeelte niet precies midden op de staande vork, maar is het iets naar buiten geplaatst. Anders waren er problemen met de ketting. Dit zal echter lang niet voor elke fiets gelden. Wie goed kijkt zal merken dat ik geen normale cassette gebruik. Op mijn fiets ligt een zogenaamde "juniorcassette". Mijn cassette heeft standaard kransjes van 16 tot en met 27, alleen heb ik de 16 vervangen door een 15. Voor deze toerfietser was dit de ideale oplossing om veel versnellingen dicht bij elkaar te krijgen.
Ik weet het: de klemmen zien er niet echt elegant uit. Maar ik ben zomer 2009 met deze constructie door de Pyreneeën getrokken en de drager zat echt muurvast op de fiets. En dat was nou net de bedoeling.
Het volgende probleem was de bevestiging aan de staande achtervork onder het zadel. Het was lastig om de bevestigingspunten van de drager met de originele beugels aan de staande achtervork te monteren. Bovendien was er een groot risico dat het frame beschadigd zou raken door het plaatsen van klemmen. Onder de werkbank kwam ik echter nog een blokje PVC tegen. Deze was breed genoeg om aan de drager gemonteerd te worden.
Vervolgens is met een haakse slijper het profiel van de staande achtervork in het blokje geslepen. Dit blokje PVC wordt met een stevige aluminium strip tegen de staande vork geklemd. Omdat de staanders niet evenwijdig lopen, past het blokje maar op één plek tegen de vork. Hierdoor hoeft het blok ook niet zo heel strak vastgedraaid te worden. Verzakken kan gewoon niet. Zo zit ook de bovenkant van de drager, en dus de hele drager, goed vast. In 2009 hoefde het blokje maar iets aangepast te worden om deze ook passend te krijgen op de nieuwe fiets.
Op de bagagedrager is een PVC plaat vastgezet met draadjes. Dat voorkomt het nat krijgen van de rug door opspattend water. Achter op de drager was nog mooi ruimte om een reflector te monteren . Zelfs aan veiligheid is gedacht.
Voor het meenemen van een foto- en videocamera had ik een eenvoudige stuurtas in gedachten. Bovenop zat weer een kaartvak voor kaart en routebeschrijving. Tijdens de eerste rit bleek het echter niet mogelijk de stuurklemmen zo vast te zetten, dat de tas op zijn plek bleef. Dat tas bleef naar voren zakken en raakte op een gegeven ogenblik zelfs de voorband. Na thuiskomst is van een lange aluminium strip (25 mm breed, 2 mm dik) een extra steun gebogen. Beide uiteinden zitten met een boutje aan de stuurbeugel van de tas vastgeschroefd. Aan de onderzijde is een deel uit het midden van de strip geslepen. Het resultaat is dat de “pootjes” van de steun om de bout vallen waarmee de voorrem aan de voorvork zit. De steun staat op de bout en zal er nooit afglijden. De stuurbeugel kan niet meer verzakken en bovendien wordt de tas ondersteund. Probleem opgelost! Tenminste, tot de aanschaf van de nieuwe fiets. Ik heb deze constructie ook in 2009 gebruikt. Ik heb nu echter een fiets die is afgemonteerd met Shimano onderdelen. Daarbij lopen de kabels voor bij het stuur heel anders dan bij de vorige fiets met Campagnolo onderdelen. Het resultaat van de eerste vakantie met deze fiets was dan ook een paar beschadigde derailleurkabels. Hier moet dus nog iets nieuws voor ontworden worden. Dat is nog in de ontwikkelfase. Hierover later meer.
Tijdens de eerste rit bleek ook dat de inhoud van de dragertassen, ondanks het gebruik van regenhoezen, toch nat werd. Waarschijnlijk was dit het gevolg van veel spatwater dat via de achterkant van de tassen de regenhoezen in liep. Om dit te verbeteren zijn na de eerste rit “spatschermen” tegen de dragerpoten geplaatst. Dit zijn hele dunne aluminium platen (0,2 mm of iets dergelijks) die met een schaar op maat zijn geknipt. Ze zijn vervolgens weer met draadjes vastgezet. Dit bleek inderdaad heel veel te schelen. De bagage blijft nu beter droog bij regen.
Oh ja, ik heb ook nog een rugtas bij me. Geen zware, maar een dun nylon tasje. Hier gaan alleen attributen in die veel ruimte en weinig gewicht hebben. Om precies te zijn; daar zit het brood in. De rest van het eten zit gewoon in een dragertas. Gaat onderweg het jasje uit, dan kan die er ook nog bij in. Verder niets.
Op deze manier heb ik steeds circa 13 kg bagage meegenomen. Dit is vrij veel. Maar ja, ik ben alleen onderweg en moet dus alles zelf meenemen. Voldoende kleding; ook voor in het hotel en voor het geval het weer mocht omslaan. Noodzakelijk gereedschap om bijvoorbeeld een ketting te repareren of spaken te vervangen en een paar bandjes. Maar ook een fototoestel, videocamera (het blijft vakantie en dat wil je vastleggen), pocket PC met opvouwbaar toetsenbord (voor de verslagen (www.luggenhorst.nl\mijn100c)) en het uitlezen van het geheugen van de km-teller) en diverse laders.
Als je op de fiets stap blijkt 13 kg best veel te zijn. Tot op heden heb ik hiermee de etappes Saverne - Beuil en Flumet - Saverne afgelegd. Wat rest is de Alpen.
(c) 2010, Henk Luggenhorst