Rabo Beklimming Tour de France 2007
Afgelopen winter was ik bij de Rabobank om eens kennis te maken met mijn
accountmanager Rabo Private Banking. Ja, sommige mensen hebben zo iemand. Hij
was al door een collega op de hoogte gesteld van het feit dat ik veel fiets.
Tijdens het gesprek kwam ook de Tour op tafel. De Rabo was dit jaar weer van
plan om met klanten naar de Tour te gegaan. Gekozen was voor de Touraankomst in
Tignes. Of ik zin had om mee te gaan. Uiteraard! Het kon zelfs in mijn
vakantieplannen gepast worden. In de maanden daarop ging de Rabo aan het plannen
en een enkele keer ontving ik een berichtje dat op deelname duidde. Zo was er
een mailtje met vragen over wieler- en bergervaring en shirtmaat. Daarna volgde
het handboek “Beklimming Tour de France 2007” met vele praktische tips en een
trainingsschema. Begin juni kwam de definitieve uitnodiging en begin juli het
programma. En zo stapte ik op vrijdag 13 juli om half vijf ’s ochtends bij
Apeldoorn in de bus richting Tignes.
Zaterdag 14 juli, Klim naar Tignes
Gisteren is het laat geworden. De chauffeurs waren niet bekend met de route en
verreden zich. Het gevolg was dat het uiteindelijk 1 uur 's nachts was voor we
over waren. Vervolgens was het 2 uur voordat we eindelijk in bed lagen. Daar
kwam nog bij dat ik ondertussen een barstende hoofdpijn had en me beroerd
voelde. Niet bepaald een goede voorbereiding voor de klim van vandaag. Op
verzoek van de organisatie hijsen we ons direct in de wielerkleding. Compleet
voorzien gaat het vervolgens naar Le Caffee, het door de Rabo afgehuurde
restaurantje. Hier wordt een ontbijtje naar binnen geschoven.
Daar geeft Jan Douwe Kroeske een korte inleiding voor het gebeuren van de
komende dagen. Ook Adri van der Poel heeft nog even iets te vertellen. Nu kan
het, met nog een beetje vertraging, naar de bussen voor de rit richting Bourg St
Maurice. Hier wordt op de grote parkeerplaats bij de tandradbaan naar Les Arcs
alles uitgeladen. Na verloop van tijd kan eindelijk vertrokken worden. Het is
ondertussen al bijna half een en de koperen ploert staat al uren te branden aan
de lucht. Niet bepaald een ideaal tijdstip om te starten voor een klimrit over
32 km.
Het eerste deel, in ons geval tot bijna aan de klim naar Ste. Foy Tarentaise,
wordt gezamenlijk afgelegd. Het gebeurd niet vaak, maar dit gaat me eigenlijk
net iets te langzaam. Het klimt al licht en het is niet mogelijk in eigen tempo
te rijden. Gelukkig valt het na 10 km toch uit elkaar. Bovendien heb ik een mooi
punt gezien om even te filmen.
In Ste. Foy Tarentaise, waar de klim pas echt begint, staan de eersten al langs
de weg. Gelukkig rijden er constant begeleiders van de Rabo in de buurt. Dan
komt ook het steilste deel van de route; de eerste twee km Ste. Foy Tarentaise
uit. Zo nu en dan gaat het: "En Henk, hoe gaat het?". Dan kijk je op zij en er
rijdt een vreemde Raborenner naast je. Of het is een begeleidingsauto. Tja, dat
is het voordeel/nadeel van je naam op het shirt. In de achterhoede bereik ik de
bevoorradingspost. Hier besluit ik toch mijn helm achter aan de fiets te hangen.
Dit is niet te doen, zo heet is het. Wat ik hier zo hoor is dat de hitte al
diverse slachtoffers heeft opgeleverd. De klim is natuurlijk niet licht, en dan
ook nog eens zo heet.
Terwijl ik daar sta komt er iemand met materiaal pech
binnen, Tenminste; hij rijdt de parkeerplaats op en direct klinkt er een harde
knal. Klapband! Ik sta nog even bij Annemarie Thomas en een zwemster uit de
Topsportploeg. Zij reden nog achter me. OK; ze zijn in de derde groep gestart,
ik in de tweede, maar ze hebben me ook niet ingehaald.
Dan gaat het zonder helm, maar met kletsnat petje, verder. Even later komt er
een auto naast me en krijg ik te horen: "Henk, ik zou je toch willen vragen de
helm op te zetten". Ik antwoord alleen met "Dat mag", en trap rustig door.
Langzaam glijden de km's onder de bandjes door. Het gaat niet hard, maar die
hitte ook. Niet te doen. Wie start er nu op het heetst van de dag voor zo'n
klim?
Vlak voor de dam stop ik nog een keertje om te filmen en de benen iets op te
rekken. Dan gaat het verder. Net achter de dam staat een extra verzorgingspost.
Ik zit nog royaal in het water, dus rij verder. Dan doemt er langzaam muziek op;
Nederlandstalig! Er staat een klein Nederlands kamp langs de weg. Al fietsend
pak ik de camera en rij filmend langs de groep. Dat is pas sfeer. Alleen
vervolgens krijg ik wel weer commentaar dat ik gestopt ben. Maar ja, ik moest
wel even de camera weer opruimen.
Langzaam klimmend, met vele campers en tentjes langs het Tourparcours, en
uitzicht op het stuwmeer met de weg richting Val d'Isere, gaat het verder. Dan
komt er toch weer een leuk punt om te filmen, maar waar laat je de fiets?
Gelukkig staat er en Nederlandse camper langs de weg waar de fiets even tegen
aan mag staan. Na een filmpje, fotootje en een kort gesprek, gaat het verder.
Het schiet al mooi op. Helaas lukt het niet in één keer door te rijden. Links
kijk ik uit over de grote hotels van Tignes met de besneeuwde bergen daar
achter. Op de voorgrond, iets lager naast de weg, een oud authentiek huisje.
Dat
contrast moet op de foto. In Tignes le Lac weet ik me vlot tussen de auto's door
te manoeuvreren. Dan gaat het iets omlaag richting meertje. Moet natuurlijk ook
vast gelegd worden. Nu nog een rondje door het dorp en ik stop bij de bus.
Eerste vraag die ik krijg: En ging het? Tuurlijk, ik ben toch boven! Ik sta
alleen wel bij de verkeerde bussen. De Michael Boogerd, waar mij fiets in moet,
staat een eind verder op.
De fiets gaat er in, ik zoek mijn tasje op in de bus en wandel richting terras.
Ik wordt al van verre geroepen door Anthony en Joop van ons team. Ze hebben
zelfs al een broodje voor me klaar liggen. Na een tijdje komen ook Erik, Henri
en Sander binnen. Ook zij zijn fietsend boven gekomen. Dat kan niet iedereen
zeggen, want het schijnt dat de volgbus annex bezemwagen ongeveer vol zat.
Volgens ervaren renners van de Rabo Continental ploeg was het dan ook een
complete slachting geweest. En ik, ik geef nog maar eens aan dat ik maar een
echte vijand heb op dit soort klimmen: niet de berg zelf, maar de brandende zon
zoals die ook vandaag weer zijn verschrikkelijke werk deed.
Na een paar broodjes en een halve bidon vocht ga ik me snel douchen. Terwijl ik
dit type mis ik, volgens sommigen waarschijnlijk, het belangrijkste evenement
van de dag, de touraankomst. Maar goed, het fietsen zelf doet me meer dan de
Tour. Trouwens, morgen komt de Tour hier aan en krijgen we het echte spektakel
te zien.
Zondag 15 juli, Etappe finish Tignes
Vandaag wordt er niet gefietst; tenminste niet door mij. De dag begint met een
presentatie en wordt gevolgd door een ronde tafelgesprek met Joop Zoetemelk,
Erwin Nijboer, Rob Harmelink en Marc Wauters. Het geheel wordt gepresenteerd
door Jan Douwe Kroeske. Na de middag is er de Tour. Eerst wordt er een stukje
langs het parcours gewandeld. Dan komt de reclamekaravaan. Tijdens het filmen is
echter de accu leeg en de renners moeten nog komen. Dus snel even naar het
appartement om de accu bij te laden en terug voor de finish van Rasmussen. Tot
slot wandel ik over de rest van het terrein. ’s Avonds bij het diner is er
champagne in verband met de winst van Rasmussen. Het laatste restje spaghetti
wordt met moeite naar binnen geschoven. Het is eigenlijk net iets te veel. Maar
ja, Ireen Wust stond op te scheppen en zij vond dat renners goed moeten eten.
Maandag 16 juli, La Plagne
Het alarm gaat al vroeg. Vandaag staat de beklimming van La Pagne, waar Michael
Boogerd in 2002 een Touretappe won, op het programma. Om zeven uur sta ik weer
in het complete Rabo tenue klaar. Er zijn een aantal bidons gevuld, er zitten
een stel muesli repen en een banaatje in de tas. Verder een droog shirtje,
videocamera en fotocamera. Met een warm jasje aan gaat het richting ontbijt.
Mijn kamergenoten zijn net wakker. Ik loop mooi voor. In het restaurant begin ik
direct ontbijt te verzamelen. Een sneetje stevig Frans brood, een stuk
stokbrood, jam, een bak muesli, jus d’orange en een bakje thee. In de tussentijd
weet ik ook nog een flink stuk gebakken ei en spek te bemachtigen. Dit gaat
lekker snel als je vroeg bent. Tegen de tijd dat ik alles op heb, komen de
overige leden van team Rabo West Twente, met uitzondering van Henri Ruiterberg,
ook binnenstappen. Ik ga nu terug naar het appartement om nogmaals gebruik te
maken van het toilet, de tas op te halen en te kijken of ik Henri toch uit bed
kan krijgen. Dat laatste is dus niet gelukt. Om kwart over acht gaat het terug
naar het restaurant. Om half negen zitten we in de bus richting Bourg St.
Maurice.
De bussen worden weer op de zelfde parkeerplaats gestald. Direct gaan de
aanhangers open en kunnen de fietsen uitgeladen worden. Het is hier werkelijk
helemaal oranje op de parkeerplaats. Waar zaterdag nog een aantal renners in
eigen kleding liep, heeft nu iedereen de Rabokleding aan. Er zijn maar een paar
uitzonderingen: Ireen Wust en Carl Verheijen lopen in groene TVM-kleding rond.
Ik plaats mijn fiets in vak 2, de startgroep van Joop Zoetemelk. Oorspronkelijk
zou ik in groep 9 starten, maar nadat ik bij de organisatie had aangegeven niet
bepaald snel te zijn én te willen filmen onderweg, mocht naar groep 2. Als ook
Joop zich bij ons voegt, is er een klein probleem: Joop weet de weg niet. Dan
maar even vragen! Volgens mij links van de rivier omlaag. Dat klopt volgens Joop
niet, we gaan voor de brug al rechts en blijven dus rechts van de rivier.
Na het maken van een groepsfoto, met een kleine vertraging en zonder startschot
(het pistool doet het niet meer) mogen we van Jan Douwe Kroeske starten. Via een
gepijlde route en door gendarmes bewaakte kruispunten/rotondes gaan we op pad.
We steken inderdaad de eerste brug niet over; het wordt de tweede. Licht
glooiend gaat het via Landry richting Mâcot-la-Plagne. Ik probeer onderweg nog
even de groep op de video vast te leggen, maar is ben niet ver genoeg vooruit
gereden. De tijd is te krap om de groep op tijd in beeld te krijgen. Helaas.
Op de rotonde bij Mâcot staat weer een gendarme. Hij wijst netjes de weg naar
boven. Nog 50 m en ik hoor naast de weg de piep van de matten van Champion-Chip.
Hier wordt het starttijdstip van de klim vastgelegd. De groep valt nu ook bijna
direct uit elkaar. De wedstrijd is begonnen en wie een snelle tijd wil maken
gaat er ook echt voor. En ik? Ik zoek in alle rust mijn ritme. Het is immers nog
15,5 km klimmen tot boven.
Het grote aftellen is begonnen. De eerste bocht is bocht 21; nog 20 te gaan dus.
Een stukje verder staat een bord langs de weg “Rabo beklimming 14 km tot de top”
Even klimmen we in de zon, dan bereiken we de schaduw van de bossen op de
helling. Ik wordt door vele renners ingehaald, maar dat was te verwachten. Het
valt met de temperatuur eigenlijk nog best me. Het is wel warm, maar niet te
warm. Regelmatig is er schaduw en ook kan er op stukken van het parcours genoten
worden van een licht briesje. Dan komt Joop Zoetemelk naast me fietsen. Hij
kijkt naar mijn voeten en vraagt of ik soms los op de trappers sta. Ik laat de
onderkant van mijn sandalen zien en vertel hem dat het toch echt originele
Shimano schoenen zijn. Ze staan nog steeds in de folders van Shimano. Joop het
ze nog nooit gezien, maar het lijkt hem helemaal niet zo gek bij deze
temperaturen.
Naar aanleiding van de slachting van afgelopen zaterdag, heeft de organisatie
extra ravitailleringpunten ingevoegd. Het zijn er nu 3, de eerste in bocht 19.
Hier wordt even gefilmd. De bevoorrading is professioneel aangepakt. Er staan
dames met Rabo-bidons gevuld met water of sportdrank langs de weg. Je kunt
kiezen waar je voor gaat. Zelf besluit ik mijn bidon met sportdrank bij te
vullen met water. Dan kan ik er weer even tegen aan. Andere deelnemers komen
langs fietsen, gooien hun bidon opzij en grijpen een nieuwe. Na tweeënhalve
minuut stap ik weer op. Een paar kilometer later heb ik een mooi uitzicht over
het dal en de weg onder mij. Ik besluit even de camera te pakken om een aantal
renners vast te leggen. Een minuutje later gaat het in het zelfde tempo verder.
Langzaam glijden de bochten voorbij. Net voor een volgende bocht komt iemand
naast me rijden voor een praatje. In de zelfde bocht rent een cameraman met
camera voor me uit; nu kom ik zelf op de video. Na een grapje over het ontbreken
van een parasol trap ik rustig verder.
Ik ben al bijna op de tweede post in bocht 11. Hier wordt weer water bijgevuld
en even gefilmd. Terwijl ik hier sta komt er een bus aangereden. De bus die er
als staat rijdt door naar de volgende post. Ook hier de zelfde taferelen:
fietsers smijten hun bidon opzij en grijpen een nieuwe. Ik ben zuinig op mijn
oude, smerige bidons; ik vul ze gewoon weer even aan met water. Na een korte
rust gaat het verder, maar niet ver. Na 200 m zie ik een bronnetje langs de weg.
Het ideale punt om even alle zweet van het hoofd te spoelen en om me iets te
verfrissen. Dat is wel nodig met deze temperatuur. Alhoewel, het valt me
helemaal niet tegen.
In een lekker rustig en heel constant tempo gaat het verder. Ik heb er nu zo’n 8
km van de klim opzitten en heb dus nog 7,5 km te gaan. In de videoboodschap
beschreef Michael Boogerd deze ochtend zijn beklimming van La Plagne in 2002.
Hij had het toen zwaar gehad tussen 8 en 5 km voor de finish. Hier ergens moet
volgens de “Atlas des Cols des Alpes” ook de kilometer met stjigingspercentage
van 10 % zitten. Het is vreemd, maar nergens gaat het echt zwaarder. Sterker
nog, ik rij al sinds het begin van de klim een (vrijwel) constante snelheid van
9 km/uur. Als ik vervolgens iets om de berg draai, zie ik tegen de berg de
Olympische bobbaan van La Plagne liggen. Ik herinner me nog de woorden van
Michael: “Dan zie je de bobbaan en heb je het ergste achter de rug”. Tijd voor
een foto-/filmmoment.
Het is hier warempel een stuk minder vlak. Sterker nog, over 500 m is het
stijgingspercentage slechts 3,3 %! Ook zie ik een mooie plek om een korte stop
te houden. Hogerop zie ik de weg om de berg draaien, daar moet je een mooi
uitzicht hebben over de bobbaan. Na anderhalve km klimmen, met de bochten 7 en
6, bereik ik dat punt. Ik zet de fiets tegen de balken en pak de videocamera. Ik
heb geluk, ik kan net de passerende Tessa van Dijk op de video vastleggen. Met
de fotocamera in de aanslag vereeuwig ik ook nog een aantal fietsers op de
digitale plaat. Tegelijk word ik begroet; het is Sander van Rabo West Twente die
ik fotografeer. Ik draai me snel om en schiet hem ook nog een keer op de rug. Na
een banaantje, een mueslireep en flink wat vloeistof, gaat het verder.
Op naar de laatste bevoorrading. Ik schud een paar keer aan beide bidons en kom
tot de conclusie dat ik met circa 1 liter vloeistof voldoende moet hebben om
boven te komen. Terwijl ik langs de bus rij, vraag ik de chauffeur of hij nog
ruimte in de bus heeft. Hij heeft ruimte genoeg en wil de fiets wel onder me
vandaan rukken, maar zo snel gaat dat niet. Ik antwoord alleen “Houden zo!” en
fiets door. Gezien zijn reactie kan hij die grap niet echt waarderen. Kennelijk
wilde hij graag zijn aanhanger vullen met fietsen, want ook Sander was zijn
geparkeerde fiets al bijna kwijt aan deze chauffeur.
Na ruim een minuut vertraging in bocht 5 begin ik aan het laatste deel van de
beklimming. Voor bocht 3 stop ik nog twee keer om een foto te maken. Eerst kan
ik de besneeuwde toppen van de Alpen niet laten schieten en een kleine 800 m
verder is de finishpoort in La Plagne het onderwerp van de foto. Juist, de
finish is in zicht. Bijna recht voor de weg, alleen een beetje hoger, zie ik
tussen de hotels van La Plagne een grote Rabopoort staan. Daan gaat het naar
toe. Nog even de bochten 3, 2 en 1 door en een gendarme stuurt me op de rotonde
rechts af naar Plagne Centre. De helling neemt langzaam iets af en ik weet de
snelheid toch nog iets op te voeren, al doe ik er voor het gevoel niets extra’s
voor. Het gaat nu onder een poort met de foto van Michael Boogerd door en langs
een paar hotels/appartementgebouwen La Plagne in. Dan passeer ik een eerste stel
matten. Of zal ik er om heen rijden? Dan kunnen ze niet zien wie er aan komt!
Toch maar niet.
Na 2:04:14 (plaats 102 van de 112) passeer ik de matten onder de finishboog. Dat
is de tijd tussen beide matten. Op de verschillende stops, 9 in totaal, heb ik
circa 15:25 stil gestaan. Zou ik niet hebben gefilmd/gefotografeerd onderweg,
dan had ik misschien 3 minuten stilgestaan onderweg. In dat geval had ik in
pakweg 1:52 boven kunnen zijn. Dat was dan bijna 600 hoogtemeters per uur
geweest. Niet slecht!
Maar er is geen tijd om te rusten! Direct krijg ik door Jan Douwe Kroeske een
microfoon onder de neus gedrukt. Tja, hij stond al bijna 3 minuten te wachten op
een nieuw interview, dus ik ben een welkom slachtoffer. Ik beantwoord kort zijn
vragen. “Het viel best mee”, “Mooie constante klim”, “Ja, ik heb genoten”, “Ja
ik ben een aantal keer gestopt. Onder andere om even iets te filmen of te
fotograferen. Bij de bobbaan heb ik even iets gegeten”. Ondertussen halen de
mensen van Champion-Chip de chip van mijn fiets. Vervolgens krijg ik een
handdoek in mijn nek en een flesje water in de hand gedrukt. Alleen is dat water
ijskoud; er drijven zelfs ijsklontjes in. Niet ideaal voor iemand die bij
temperaturen tussen 25 en 36 graden een beklimming heeft volbracht!
De fiets gaat weer in de aanhanger; het zit er op. Zelf pak ik een paar
broodjes. Het is immers tijd voor de lunch. Nu is het wachten op de laatste
deelnemers. Als nummer 112 en rode lantaarndrager komt Jacco Verbeek uit Wormer
binnen. Hij heeft 1:50 meer nodig gehad dan de winnaar van de dag; Armand van
der Smisse met een tijd van 0:55:26. Ook de schaat(st)ers Carl Verheijen,
Paulien van Deutekom en Ireen Wust staan in de top tien. Van het team Rabo West
Twente is Antony Verschoor met 1:28:08 en een 45ste plaats de snelste.
Daarna is het een mooie busrit terug naar Tignes. Ik begin al voorzichtig de
boel in te pakken. Na het diner ga ik (weer) vroeg naar bed. De volgende ochtend
gaat het alarm om vijf uur. Om half zes zit er een heel stel duffe koppen in Le
Caffee. Dan gaat het om zes uur richting bussen. De lange reis terug kan
beginnen. Het is kwart voor elf ’s avonds als de fiets bij Apeldoorn uit de bus
komt.
Copyright Henk Luggenhorst, Holten 2007