Tauernradweg
De Tauernradweg; één van Oostenrijks bekendste en meest geliefde fietsroutes. Over en afstand van in totaal 325 km ligt een gemakkelijke, deels bewegwijzerde tocht, langs de rivieren de Inn en de Salzach. Slechts af en toe is er een kort, maar steil klimmetje (sterrenwaardering: 1 ster). Zo wordt de fietsvakantie langs de Tauernradweg door OAD/Cycletours aangeprezen. Het feit dat de tocht slechts één ster toegewezen krijgt, houdt in dat de tocht eenvoudig is. Volgens de reisgids: De lichtste fietsvakantie over grotendeels vlak terrein, met niet al te lange dagafstanden (gemiddeld 50 km). Korte pittige hellingen met hoogteverschillen tot plm. 100 komen voor. Licht is de tocht zeker, de start ligt 605 m hoger dan de finish. De vraag is nu natuurlijk: ‘Wat heeft een fietsfanaat daar te zoeken?’. Vandaar dit verslag van een alternatieve uitvoering.
Dag 1: Krimml - Piesendorf
Volgens de routebeschrijving een eenvoudige tocht. Er wordt echt aan het begin van de Tauernradweg gestart. Van daar af gaat het de hele dag alleen maar omlaag. Ik fiets dus naar de start van de route en sla rechtsaf. Ik rij niet het dal in maar fiets het dal uit. Krimml ligt immers aan de voet de Gerlosspas (± 1626 m). Een mooie gelijkmatige klim met een stijging van 7 tot 9 %. Echt een klimmetje om weer eens aan het langere klimwerk te wennen. Na een korte stop bij een uitzichtpunt ging het weer heerlijk omlaag. Terug bij Krimml zaten de eerste 30 km er al op zonder dat ik ook maar een kilometer was opgeschoten. Het was heerlijk toeren door het dal van de Salzach. Gedeeltelijk is de doorgaande weg gevolgd, gedeeltelijk de binnenwegen van de radweg. ’s Middags was er nog een mooi uitstapje gepland. Direct langs de route was er de klim door het Stubachtal naar de Enzinger Boden. Een heerlijke rustige weg met mooi glad asfalt dat langzaam over ging in een rustiek bergweggetje (deels) aangelegd met klinkertjes. 12 % Omhoog over van die kleine, vierkante klinkertjes; dat is pas echt klimmen!
Dag 2: Piesendorf - Bischofshofen
Vandaag een etappe door een steeds smaller wordend dal. Pas in de omgeving van St. Johann belooft het dal weer breder te worden. Wat kan er mis gaan op zo’n dag? Niets toch? Helaas het regent al vroeg en er lijkt geen eind aan te komen. In een noodvaart worden de eerste 9 km afgelegd. Bekende plaatsen als Zell am See en Kaprun worden gemeden. Ondanks de regen gaat het bij Bruck rechts naar Fusch. Alleen, dit klopt niet volgens de routebeschrijving! Maar ja, verderop ligt de Grossglockner. Na Fusch volgt een mooie aanloop naar de klim. In 7 km wordt 350 m hoogteverschil weggetrapt tot aan het tolhuis. Eigenlijk is het gekkenwerk om hier met dit weer te fietsen. Het regent nog steeds. Dan weer miezert het iets, dan weer regent het echt. Bij het tolhuis staat een poortje. Volgens het bord kun je hier een chip lenen om de fietstijd tot aan het Fuscher Törl te klokken. Ik doe het wel zonder chip en fiets door.
Vandaag geen mooi uitzicht maar regen en zeer laag hangende bewolking. Er is nauwelijks verkeer op weg. Maar ja, wie gaat er nu ook met dit hondenweer op pad. Na twee uur en twee minuten bereik ik het Fuscher Törl. Gezien de omstandigheden een prima tijd; het hoogteverschil is immers 1250 m op 13 km. Eigenlijk was het gepland om door te rijden naar het Hoch Tor; gezien het weer zie ik daar maar van af. Ik trek de lange broek en het regenjackje aan en begin aan de rit omlaag. Na twee km moet ik noodgedwongen stoppen. Ik zag dat twee vingers van de remgrepen waren gegleden. Door de kou, 11 graden, had dat niet gevoeld. Na een korte opwarmpauze weer twee km. Nog een stop, weer drie km, vingers warmen en nog eens drie km.
Toch ben ik beneden aangekomen. Ik moest de gehele afdaling de kaken stijf op elkaar houden, anders zou het gebit er vast uitgerammeld zijn van het klappertanden. Vlak voor Bruck heb ik een oude boeren schuur gezocht om even te stoppen en iets te eten. Daarna ben ik rustig doorgereden om maar weer warm te worden. Het was immers nog 50 km fietsen tot het hotel. Maar er kon niets meer mis gaan. Tenminste, bijna niets. In St. Johann pakte ik een verkeerde afslag. Resultaat: ik zat met de fiets op het feest van de vrijwillige brandweer op een kazerneterrein. De juiste weg was (uiteraard) over de ene bult in St. Johann.
Dag 3: Bischofshofen - Salzburg
Vandaag de laatste dag waarin nog echte bergen te zien zouden zijn. Voorbij Golling wordt het echt vlak, voor Oostenrijkse begrippen tenminste. De weg tot Golling voerde door een mooi dal. Maar er zijn vele wegen die van Golling naar Salzburg leiden. De mijne liep vanuit Golling via het Lammertal naar de Postalmstrasse. Dit is een weg door het natuurgebied van de Postalm. Om doorgaand verkeer te ontmoedigen, moet tol betaald worden om deze doorsteek te kunnen maken. Fietsers zijn echter vrijgesteld van tol. Nou ja, vrijgesteld. Fietsers betalen tol in de vorm van zweet. Het was weer een fantastische klim met veel haarspeldbochten. Toch was het hoogste punt slechts 1335 m. Ik heb niet alle gebruikers van de weg geteld, maar volgens mijn waren er in de omgeving van Postalm meer koeien op de weg dan auto’s. Uiteindelijk kwam, ik na een omweg van 50 km, van de oostkant Salzburg in. Om vervolgens, na 30 tot 45 minuten dwalen door Salzburg, tot de ontdekking te komen dat het hotel niet ver van de plek lag waar ik Salzburg binnengekomen was. In ieder geval had ik al een groot deel van Salzburg gezien. De rest zou ik te voet gaan verkennen.
Dag 4: Salzburg - Burghausen (Dl)
Vandaag een vlakke rit. Het verschil tussen het hoogste en het laagste punt blijkt uiteindelijk slechts 145 m te zijn. Het mooiste avontuur maak ik ’s ochtends langs de Salzach mee. Ik toer over de radweg, een fietspad langs de rivier, Salzburg uit. Na een paar kilometer houdt het asfalt op en gaat het pad over in gravel. Niet bepaald ideaal voor een racefiets. Ik heb twee opties: omkeren of doorgaan en zo snel mogelijk asfalt zoeken. Ik kies voor het laatste. Na een tiental minuten gravel duikt een mogelijk alternatief op: een ‘loop’bruggetje over de afrastering leidt het bos in. Volgens de kaart ligt daar binnen 3 km asfalt.
Ik fiets het zand in en kom na enkele honderden meters een wild zwijn, duidelijk een zeug, tegen. Nadat de dame heeft geposeerd voor de camera, rij ik langzaam door. Eventjes verder stop ik nog een keer om ook haar kroost op de video vast te leggen. Zoiets zie je in Nederland niet.
Na de middag fiets ik door een stukje Oostenrijk dat werkelijk vlak is; het Ibmer Moos. Verder is het heerlijk om als computerfreak door IBM te komen. Aan het eind van de dag moeten er nog even postzegels worden gehaald in Burghausen. Ik mag voor, omdat het buiten zo regent. Volgens mij viel het best mee, al moesten wel eerst enkele volledig doorweekte kledingsstukken uit (even daarvoor goot het werkelijk) voordat betaald kon worden. Weer een etappe door een bijzonder stukje Oostenrijk afgelegd.
Dag 5: Burghausen - St. Florian
Dit is warempel al weer de laatste fietsdag. Volgens de routebeschrijving is het ook de langste rit; 72 km. Vandaag eerst geen uitstapjes, de etappe is lang en de weersverwachtingen niet denderend; er zouden buien komen. Ik toer heerlijk langs de Salzach tot het punt waar het riviertje samenkomt met de Inn. Dan vele kilometers door een licht golvend terrein langs de Inn. Ik passeer vele dorpjes, vaak met een oud centrum met huizen in pasteltinten. Regelmatig zie ik in de verte buien hangen, of is zelfs de weg nat van een gepasseerde bui. Zelf heb ik mazzel, ik blijf lange tijd droog. Pas wanneer ik van de route ga afwijken, kom ik in een buitje terecht. Deze houdt gelukkig niet lang aan.
Conclusie
Een fietsvakantie is nooit lichter te maken dan aangegeven in de reisgids. De tochten kunnen echter vrijwel altijd zwaarder gemaakt worden. De eerste drie dagen bieden een fietsfanaat de meeste mogelijkheden om de tocht zwaar te maken. De eerste dag had de Gerlosspas via de oude weg beklommen kunnen worden; hellingen tot 18 %. Verder was er Pass Turn en de (drukke) klim naar de Felbertauerntunnel. Dag twee biedt, behalve enkele mooie zijdalen (waaronder de Grossglockner), de mogelijkheid tot een volledig alternatieve route door de bergen via de Dienter Sattel; tot 15 % omhoog en 18 % omlaag. De derde dag was gekozen voor een omweg vanaf Golling. Er is echter ook een ‘berg’ alternatief naar Golling toe. Ook kan tussen Golling en Salzburg de grens over gestoken worden om in Duitsland een paar klimmetjes tot over 20 % op te zoeken.
Door de aard van het terrein is het de laatste twee dagen niet mogelijk echt klimwerk te vinden. In het vlakkere gebied ligt echter een wirwar aan weggetjes zodat de tocht zo lang gemaakt kan worden als maar gewenst is. Ondanks het feit dat de tocht eigenlijk 605 m daalde over een afstand van 325 km, is toch nog 4770 m geklommen. Maar goed, dat is dan ook over 552 km.
Een fietsfanaat heeft dus best wat te zoeken op en lichte fietsvakantie als de Tauernradweg!
Copyright Henk Luggenhorst, Holten 1998