Classic (B-strecke)

De voorbereiding

Ik had jaren terug al eens een folder van deze tocht gehad. Om geheel op de hoogte te zijn van alle nieuwe informatie, heb ik via Internet informatie opgevraagd. De ontvangen folder beschreef de vier tochten van de Kaiser Alpencup en bevatte ook inschrijfformulieren. Inderdaad was de Samson Man (11 en 12 juli) het best in te plannen in een fietsvakantie. Het aanmeldingsformulier is ruim op tijd ingestuurd en bovendien is het inschrijfgeld overgemaakt. Gelijktijdig met het aanmelden heb ik informatie over hotels opgevraagd. Uit de folders van drie hotels is een keuze gemaakt en er is een éénpersoonskamer in St. Michael geserveerd voor een lang weekend; aankomst op donderdag en vertrek op dinsdag.

De laatste twee dagen voorbereiding bestond uit het rustig verkennen van de eerste 35 km van de route op vrijdag en de laatste 40 km op zaterdag. Ik wist dan deels wat me te wachten stond en bovendien hoefde ik die kilometers in ieder geval niet meer te filmen op zondag.

Zaterdagochtend begon met het bekijken van de start van de C-afstand, 85 km en circa 1000 m hoogteverschil. Ook onderweg naar de laatste 40 km van zondag kwam ik over het C-parcours. Hier heb ik nog even kort een praatje gemaakt met vrijwilligers van de organisatie. Zij dachten dat ik een deelnemer was en wilden mij met alle geweld rechtsaf hebben, ik wou echter rechtdoor.

In de middag ben ik naar St. Michael gefietst om de inschrijving af te handelen. Het dorp was overladen met fietsers. Voor het gemeentehuis was het echt dringen. Steeds werden kleine groepjes deelnemers naar binnen gelaten om hun papieren af te halen. Na het invullen van de nodige gegevens gaf ik mijn formulier af. Er was echter een probleem. Eerst naar een dame achter in de hal, vervolgens naar een kamertje achteraf. Bij controle via de computer bleek de overgeboekte 500 Oostenrijkse Shilling niet volledig over gekomen te zijn. Ik moest nog 50 ÖS bij betalen. Een tip voor de volgende keer: aanmelden via de voorinschrijving, niet vooruit betalen maar pas bij de start. Dan zou toch de prijs van de voorinschrijving worden berekend.

Bij de deur van het gemeentehuis hing een kaart met de definitieve route. In verband met wegwerkzaamheden, met als gevolg mogelijk gevaarlijke situaties, was de route ingekort. Een 22 km lange afdaling met een helling tot 11 % en 15 km doorsteek door de heuvels, was vervangen door een circa 17 km lange doorsteek over de berg. Volgens de beschrijving was de route teruggebracht van 185 naar 146 km. Een eenvoudig rekensommetje leerde dat dit niet kon kloppen; het was eerder 164 km. Uiteindelijk bleek het 163 km te zijn. Het was nu wel korter, maar het hoogteverschil was toegenomen van 3000 tot 3400 m.

Samen met de stickers met startnummers voor op de helm, ontving ik een startkaart (af te geven voor de start) en een tegoedbon voor de herinnering; een mooie sweater. De herinnering kon direct worden gehaald, eerst uitrijden van de tocht was niet nodig. Ik heb de trui maar direct gehaald, dan zou ik na tocht niet onnodig lang in het dorp hoeven rond te hangen. Want het was vooraf niet te voorspellen hoe mijn fysieke gesteldheid na de tocht zou zijn.

De Samson Man

De zondagochtend begon vroeg; om kwart voor vijf stond het ontbijt klaar. Totaal waren er circa 10 fietsers aan het ontbijt. Na het ontbijt even naar buiten. Het was dicht bewolkt en fris. Toch de lange broek maar aan, al was een Duitse collega het daar niet mee eens. Om half zes was ik de fiets aan het voorbereiden. Er gingen twee gevulde bidons mee, een Amstel stuurtasje voor de videocamera, 5 Extran energierepen en een paar boterhammen met jam voor de afwisseling. Nu was het 3,5 km fietsen naar de start. Overal reden fietsen, zowel racefietsen als ATB’s. In het dorp kwam ik bij een paar hekken. Hier moest het kaartje met startnummer afgegeven worden. Zonder inlevering van dit kaartje zou de eindtijd niet in de uitslagenlijst opgenomen worden. Na de hekken was de straat even bijna leeg. Daarna: één massa gekleurde fietsers bij elkaar. Ergens vooraan stonden 50 gelukkige renners. Zij stonden apart in een gereserveerde ruimte voor de 50 best geklasseerden in de Kaiser Alpencup.

Om zes uur precies viel het startschot. Het duurde echter even voordat de achterste gelederen ook werkelijk in beweging kwamen. In een rustig tempo achter een paar motoren werd, aangemoedigd door omstanders, vertrokken voor de 10e Samson Man Radmarathon. Wanneer ik alles goed had ingeschat, zou ik rond vier uur in de middag terug zijn in het dorp. Eerst gaat het met horten en stoten door het dorp. Eenmaal op de doorgaande weg loopt de snelheid op. Het lijkt wel een wedstrijd.

Na 4 km, even voorbij het hotel waar ook de eigenaar ons stond aan te moedigen, het eerste obstakel. Wegwerkzaamheden over ongeveer 200 m; dus geen asfalt maar zand/steenslag. Het motto was hier: "Rustig rijden dan blijven de banden heel". Een kilometertje verder begon de eerste klim. De motoren hadden ons ondertussen verlaten en het veld van renners was al langgerekt. Direct voor mij werd een renner op de draf gevolgd door een cameraman van de regionale TV. Bijna was de blauwe WVH-broek op de TV gekomen.

De temperatuur lijkt al iets op te lopen, ik kom aan het zweten. Even overweeg ik de lange broek toch maar uit te trekken. Maar ik ken het parcours hier precies. Nog een stukje omhoog, dan even omlaag naar het riviertje en daarna 14 km rustig klimmen tot de hoogvlakte bij de Dr. Merl Hütte. Doordat het parcours niet te steil is, zal het tempo weer iets oplopen zodat het lichaam wel licht koelt. Halverwege de klim begint het zelfs licht te regenen. Ik ben blij dat ik de lange broek heb aangehouden. Op de vlakte voor de Dr. Merl Hütte staan deelnemers om een regenjas aan te trekken. Na de hut gaat het immers omlaag. Ik weet wel beter; na de hut komt eerst nog een gemeen klimmetje, dán pas gaat het omlaag. Ondanks de regen stop ik niet om de regenjas aan te trekken, de kou valt wel mee.

De afdaling naar Innerkrems is gevaarlijk. Het is steil, de bochten zijn scherp en de weg nat. Na een stukje slecht wegdek bij Innerkrems gaat het linksaf de Nockalmstrasse, een tolweg, op. Dit is de klim naar het hoogste punt van de tocht. De 17 km lange klim bestaat uit twee delen. Tot aan de Heiligenbachalm, een uitspanning langs de weg, gaat het hoofdzakelijk door het bos. Het eerste stukje hiervan is steil, daarna wordt het iets minder. Na het restaurant is de weg even vrijwel vlak, tot aan een tweede hut in de bocht 400 m verder op. Dan begint de rest van de klim. Langs een kale helling naar de Eisenthalhöhe op 2042 m. De stijging loopt op tot 10%. Bij helder weer heb je op gedeelte een schitterend uitzicht op de hoge toppen van de ‘National Park Hohe Tauern’. Toen ik daar afgelopen vrijdag tussen de koeien stond te filmen, werd me verteld dat de witte sneeuwvlakte aan de horizon de ruim 50 km verderop liggende Gross Glockner was. Nu is het zicht zeer beperkt. Het regent net niet meer, maar de bewolking hangt wel heel erg laag.

Direct na het beeld met de drie marmotten gaat het snel bergafwaarts. Over een helling van 12 % duik ik omlaag. De weg is nog steeds nat dus de snelheid mag niet te ver oplopen, dat is te gevaarlijk. Halverwege de afdaling doet een boerin net de koeien uit. Deze worden hop, de weg op gestuurd, onder het motto "Die vinden zelf maar een stukje gras". Wel vervelend als je daar net met de fiets omlaag komt. Na het kruisen van de Leobenbach begint de weg weer te stijgen. Ik kijk achterom en zie dat de Eisenthalhöhe ondertussen in een waterig zonnetje ligt. Misschien wordt het weer nog beter. Waar ik fiets zit het nog steeds tegen regen aan. Eerst klim ik weer door een dennenbos, dan worden de bomen schaarser en de omgeving overzichtelijker. Het is rustig op weg. Voor en achter me rijden zo nu en dan een paar deelnemers. Doordat ik een aantal keer stop om video-opnames te maken heb ik een redelijke indruk van het deelnemersveld in de achterhoede.

Het laatste stuk is zwaar, de helling loopt op tot 14 %. Rond 10 voor 10 bereik ik de Nockalm Hütte, de eerste stop na 50 km. Volgens de tochtomschrijving hebben we er nu al 1900 m hoogteverschil op zitten. Het is een grote parkeerplaats, een restaurant en een souvenirwinkeltje. Verder staat er een tent van de Radmarathon. Hier is fruit, brood, koude sportdrank en warme thee te krijgen. Aangezien er nog steeds een strakke frisse wind staat, verontschuldig ik me bij het meisje dat me sportdrank wil geven, haar collegaatje heeft warme thee. Dat lijkt me toch beter. Ook weet ik een flink stuk koek op te scharrelen.

Na een korte rust, en een stel video-opnames, gaat het weer verder. Eerst een steile afdaling (12 %), dan rustig langs de Winkelbach omlaag. Nu pas krijg ik de voeten echt nat van het spatwater. Maar er is één voordeel; het regent niet meer. In Ebene Reichenau staan twee mannen en een vrouw van de Samaritaner Hilfe, zeg maar (professionele) EHBO, driftig te zwaaien dat ik linksaf moet. Hier gaan we de gewijzigde route op. Wanneer ik geen aanstalte maak om linksaf te slaan, beginnen ze nog driftiger te zwaaien. Ik stop, pak de videocamera en vertel hun dat ik geen haast heb maar op vakantie ben. Dan is alles in orde, om deelnemers met zo’n instelling hoeven zij zich geen zorgen te maken. Die krijgen geen ongelukken.

We klimmen nu over een smal weggetje. Plaatselijk is het wegdek gewoon slecht, het hobbelt, stuitert en de gladde toplaag is verdwenen. Maar we klimmen dus hebben we er weinig last van. Dan zie ik een zandweggetje naar een weiland. Dit is een ideale plaats om te stoppen, half zes was eigenlijk te vroeg geweest voor het bezoek aan het toilet, vandaar dat ik nu de broek even laat zakken. Na een paar minuten ontspanning gaat het opgelucht verder. De weg wordt smaller, het bos dichter; fantastisch als je van natuur houdt. Voor de zoveelste keer kom ik twee jonge dames op een ATB achterop. Tja, op een gegeven moment kom je altijd dezelfde mensen tegen. Het enige dat hun volgens mij niet aanstaat, is dat ik hen steeds inhaal.

Na pakweg 5 km komen we op een splitsing. Er staat een pijl, wij moeten schuin recht(s)door. Alleen het asfalt loopt links weg. De zandweg is breed met goed vastgereden steenslag; geen losse steentje of modder. Toch een voordeeltje van de natte weer van de laatste tijd. Zelfs met een racefiets kun je zonder problemen de weg volgen. De zandweg houdt ongeveer 5 km aan, terwijl we circa 300 m klimmen. Dan, na een afslag richting boerderij (Hochrindl Alpl), staat er een stelletje joelende jongens op de weg. Ze dragen allemaal een Samson-shirt. Verrek dat kan kloppen, we zijn halverwege en hier zou ergens een controle zijn. Om het sfeertje nog verder te verhogen stop ik 50 tot 100 m voor de jongens, pak de videocamera en fiets al filmend naar de controle. Hier krijg ik een geel armbandje ten teken dat ik de controle ben gepasseerd. Op het asfalt wordt gestopt om de camera weer op te bergen. Dan zie ik dat er net iets is misgegaan. Met het pakken van de camera heb ik waarschijnlijk op de teller geleund en daarmee de dagteller op nul gezet. Jammer, maar helaas. Gelukkig weet ik dat de teller ongeveer op 72 moet hebben gestaan.

Het eerste stukje omlaag stuitert verschrikkelijk, dit is echt niet leuk afdalen. Dan komen we op de verharde weg richting Sirnitz. Van hier af is het zoef omlaag, richting zonniger oorden want in het dal lijkt de zon door te breken. Na Sirnitz zitten we weer op de oorspronkelijk geplande route. We dalen verder naar Kleinglödnitz om daar wederom linksaf te slaan naar Glödnitz. Hier is de tweede stop. Het is er rustig, ze zijn al begonnen het één en ander op te ruimen. Ook hier wordt even wat gegeten, gedronken en natuurlijk een praatje gemaakt.

Dan maar weer verder. Op weg naar de laatste serieuze klim van de dag. Bijna 12 km lang en 520 m hoogteverschil. Volgens informatie eindigt de klim naar Flattnitz met een helling van 13 %. Al schijnt de zon nog niet vol, het wordt nu toch echt wel warmer. Het zweet loopt me van het voorhoofd. In een bocht stop ik. De lange broek en het Gamex jasje gaan uit en de helm gaat voor aan het stuurtasje. Ook wordt het drijfnatte zweetbandje uit gewrongen. Natuurlijk wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om even te filmen. En maar weer verder.

Twee kilometer voor Flattnitz is de splitsing van de A- en B-route. De A-route gaat rechts voor een extra lus van circa 70 km en 1000 m hoogteverschil. Op de afslag staat een (bezem)bus met chauffeur en een politieagent. Ze willen graag weten of er nog veel deelnemers komen. Het enige dat ik hen kan vertellen is dat er nog steeds deelnemers in Glödnitz binnenkwamen toen ik daar vertrok. Maar volgens mij waren dat alleen B-rijders. Op die mededeling wordt de pijl voor de B-route midden op de weg geplaatst en de pijl voor de A-route aan de overkant van de weg neer gezet. Om één uur zal wel niemand meer zo gek zijn om de A-route, van hier af nog bijna 130 km fietsen, te pakken.

Zelf trek ik het jasje weer aan en zet de helm op. Dan ga ik links, ik heb nog 60 km te gaan. De eerste twee km kosten zweten. Het laatste stukje naar Flattnitz gaat lekker omhoog. Dan is het leed geleden. Het gaat 19 km lang omlaag. Niet echt steil, maar wel lekker. Alleen de kwaliteit van het asfalt laat te wensen over. Dit wordt echter beter wanneer ik een ‘Landesgrenze’ passeer. Na een half uurtje draai ik bij Steindorf het Murtal in. Van hieraf is het weer bekende weg. Dit heb ik gisteren al verkend. Ik peddel rustig het vals plat omhoog. Het is ondertussen over tweeën. Een tijd van 10 uur lijkt er niet meer in te zitten. Het wordt eerder 10:30.

In Predlitz pak ik nog een laatste banaan en bekertje drinken. Ook ontmoet ik weer één van de ATB’ster. Dan maar weer door voor de laatste etappe. Even lijkt het er op dat het nog weer wil gaan regenen. Ik voel een paar sputters. Het blijft gelukkig droog. Net voor Tamsweg moet ik even inhouden. Er komen een aantal deelnemers van de A-route de weg opzeilen. Van hieraf gaat het weer gezamenlijk verder. Op de helling achter Tamsweg komt mij een groepje A-rijders achterop. Zij denderen mij voorbij alsof het niets is, zelfs die jonge dame op een ATB die achteraan rijdt. Bij de afslag naar Mariapfarr staat nog een tentje met eten. Ik hoef niet meer. Dat laatste stuk red ik wel zonder extra eten. Even loopt het nog heel licht op, dan daalt het iets naar Mauterndorf. Hier stop ik om de helm weer op te zetten. Nog kort loopt het een paar meter omhoog dan duik ik met 40 tot 50 km/uur het dal in. Voor het hotel langs en door naar St. Michael. In het dorp is het een kwestie van pijlen volgen en ‘voorsorteren’. De B-rijders houden rechts van de weg en de A-rijders links. Zo komt iedereen bij de juiste eindstreep. Deze wordt met een korte eindsprint bereikt. Het startnummer wordt ingevoerd in de computer en het armbandje wordt ingenomen. De officiële eindtijd wordt geklokt op 10:08. Dat valt toch nog weer mee. Ik film nog een aantal onderdelen van de finish en rij dan terug naar het hotel. Het zit er op.

De deelnemers

In de folder was sprake van een deelnemerslimiet van 2000 op de A- en B-afstand samen. Nu was het ‘s ochtends natuurlijk niet in te schatten hoeveel deelnemers er waren. Op basis van de uitslagenlijst is dit wel mogelijk. In totaal zijn 1354 deelnemers aan het eind van de rit geklokt. Het aantal gestarte deelnemers zal hoger zijn dan hier gegeven. Al op de eerste 20 km kwamen de eerste uitvallers mij tegemoet. Het is niet duidelijk of voor deze deelnemers de tocht te zwaar bleek of alleen maar te nat. In onderstaande tabel is een verdeling van de deelnemers over de verschillende categorieën gegeven. Ook zijn de snelste en langzaamste tijden per categorie gegeven. Met mijn eindtijd van 10:08 was ik nummer 533 van de 554. Niet bepaald in de top, maar toch altijd nog 1:21 sneller dan de langzaamste heer. De langzaamste heer en dame van de B-afstand kwamen trouwens uit dezelfde Duitse plaats, terwijl de laatste ATB’s beide de achternaam Kneisel droegen.

A-route (230 km/4400 m)

Aantal

Snel

Langzaam

Heren race

570

7:09

13:02

Heren ATB

44

7:09

13:02

Dames race

9

8:55

12:05

Dames ATB

2

9:59

10:54

625

B-route (165 km/3400 m)

Heren race

554

5:12

11:29

Heren ATB

128

5:40

10:58

Dames race

31

6:47

11:29

Dames ATB

16

7:00

10:58

729

De meeste deelnemers aan deze toertocht kwamen uit Oostenrijk zelf. Deze meerderheid bedraagt naar schatting slechts 50 %. Er waren namenlijk ontzettend veel Duitse deelnemers. Op basis van de uitslagenlijst schat ik dat toch zo’n 40 van de deelnemers Duits was. Verder komen de volgende landen voor in de uitslagenlijst: Tsjechië, Zwitserland, Noorwegen, Hongarije, Slowakije, België, Frankrijk, Luxemburg, Polen, Italië en natuurlijk Nederland. In totaal waren er 20 Nederlandse deelnemers; 15 op de A-afstand en 5 op de B-afstand. Het betrof hier 7 eenlingen en groep van 13 uit Volendam, of die eenling uit Edam was lid bij Volendam.

Ondanks het feit dat de Samson Man Radmarathon een hele mooie toertocht met best wat klimwerk en zeer goed georganiseerd is, is de tocht toch kennelijk niet bekend bij de Nederlandse toerfietsers. Dit is heel jammer want de tocht is zeker de moeite waard. De rit is niet extreem zwaar, maar biedt voldoende uitdaging voor zowel de gemiddelde fietser als de sterkere fietser. Het gaat immers op tijd en de topsnelheden van zowel A- als B-afstand liggen gemiddeld rond 32 km/uur.

Kaiser Alpencup

Ik heb in de inleiding al aangegeven dat de Samsom Man een onderdeel is uit de Kaiser Alpencup. Deze Alpencup is volgens mij te vergelijken met de Trophee d’ Or in Frankrijk, waar de Marmotte deel van uit maakt. Met ingang van dit jaar bestaat de Kaiser Alpencup uit vier tochten. De rit over de Gross Glockner is nieuw in dit viertal.

Het inschrijfgeld is voor alle vier tochten gelijk: 500 ÖS (± fl. 81) bij voorinschrijving en 700 ÖS (± fl. 113) bij een late inschrijving. Dit zijn natuurlijk hoge inschrijfgelden voor Nederlandse begrippen. De verzorging onderweg in de vorm van vrij brood, fruit en drank (sportdrank, koffie of thee) op de controles en de begeleiding in de vorm van EHBO en agenten op kruispunten, artsen op motoren, een reparatiedienst en een bezembus, zijn echter ook heel anders dan in Nederland. Bovendien is bij het inschrijfgeld ook de herinnering inbegrepen. Deze herinneringen zijn bijzonder. Dit jaar zijn uitgedeeld: een Amadé tricot (wielershirt) met lange mouw, een Samsom sweatshirt (A en B) of wielerhandschoentjes (C), een Alpina wielerzonnebril en een Sigma Sport fietscomputer.

Het is alleen jammer dat de tochten zo ver weg zijn. De rit naar de omgeving van Salzburg bedraagt toch ongeveer 900 km. Dit is geen afstand die je eventjes in een weekend rijdt. Het zijn derhalve eigenlijk alleen tochten die je mooi zou kunnen combineren met een vakantie in die buurt.

Een ieder die geïnteresseerd is in het rijden van een Radmarathon in Oostenrijk, kan uitgebreide informatie bij mij krijgen.

 

Henk Luggenhorst



Hieronder staan de data en de afstanden van de tochten van de Kaiser Alpencup van 1999.

Kaiser Alpencup 1999

Afstand

Hoogte

Datum

Amadé Radmarathon

A

178

1950

16 mei

B

98

1000

16 mei

Salzburger Euregio Radmarathon

A

205

3100

13 juni

B

88

1400

13 juni

Samson Man Radmarathon

A (Ultra)

238

4400

4 juli

B (Classic)

155

1200

4 juli

Int. Gross Glockner Radmarathon

177

3172

29 aug.



Meer informatie op de Oostenrijkse Internet site.

Copyright Henk Luggenhorst, Holten 1998