Rondje IJsselmeer

Al jaren liep ik met het plan een keer en rondje IJsselmeer te rijden. In één dan en van huis uit, wel te verstaan. Een dergelijke rit zou alleen rond eind juni te rijden zijn. Het hele rondje is immers bijna 400 km. Daarvoor is en lange dag nodig; vier uur 's ochtends op de fiets en doorrijden tot na tienen 's avonds. Het was er alleen nog nooit van gekomen. Alles moet op dat ogenblik kloppen: het weer moet goed zijn, de conditie moet in orde zijn en er mag geen vakantie in op komst zijn. Nu was ik in mei en week eerder dan gepland terug uit Frankrijk. De drager zat nog achter op de racefiets en de weersvoorspelling zag er niet slecht uit. Waarom in één dag rond? In twee kon natuurlijk ook. Zodoende ben ik op donderdag 30 mei op de fiets gestapt voor en IJsselmeer-tweedaagse.


Het plan was linksom rond en niet door de polders. Het begin van de route was simpel; via Nieuw-Heeten en Schoon-Heeten naar Raalte. Dwars door Raalte, langs de doorgaande weg naar Heino en door naar Zwolle. Nu ligt er rechts om Zwolle mooi weggetje richting Berkum. Alleen wist ik dat weggetje vanaf deze kant zo niet te vinden; dus gewoon door Zwolle. Dan bij de autoweg rechtsaf en Zwolle uit. Buiten Zwolle kom je dan van zelf de borden naar Hasselt en vervolgens Zwartsluis tegen.
Tot Zwartsluis was het allemaal nog bekende weg voor mij. Ik ben een aantal keer op de fiets naar een toertocht in Giethoorn geweest, vandaar. In Zwartsluis wist ik het even niet. Het was al een aantal jaar terug dat ik daar voor het laatst met de RvO ben geweest. Je moet dus inderdaad de weg oversteken, dan over en klein dijkje tussen de huizen door, links een bruggetje over en dan kom je op de weg naar Vollenhove. Van daar af ging het de dijk rond de voormalige Zuiderzee op. Eerst door het mooie Blokzijl en dan naar Blankenham.


In Kuinre ging het mis. Ik volgde de fietsborden richting Lemmer. Ik vond al dat de weg zo gek vlak was. Tot ik door had dat ik, tegen de planning in, toch in de Noord-Oostpolder zat. Het begon nu ook te betrekken. Dat was niet het weertype waar ik op gehoopt had. De weersvoorspelling was slechts 40 % kans op regen. Na het Kuinrerbos begon het toch ligt te regen. Aan de lucht was echter goed te zien dat ik nog geluk had. De echte bui trok voor me langs. Bij Lemmer was het dan ook weer droog.
 

Bij Lemmer was de weg naar Balk aan snel gevonden. Daarna heb ik alleen de fout (?) gemaakt de grote weg te verlaten en binnendoor te gaan. Op zich natuurlijk veel mooier, maar de Friezen waren zuinig geweest. Door dorpjes als Nijemirdum en Oudemirdum ligt een toeristisch fietspad (zwart bordje met Fietspad) langs de weg. Alleen is het maar vier of vijf, niet al te denderend gelegde tegels breed. Dus het voldoet niet aan de norm voor en verplicht twee-zijdig fietspad. Maar wel een bord 'Verboden voor fietsers' naast de weg plaatsen! Je moet dus toch over die tegels hobbelen.
 

Weer trok er een bui voorbij, weer ging het goed. Een paar km verder ging het alleen wel mis; ik kwam in een flinke bui terecht. Ik ben even onder een afdakje gaan staan. Wat te doen? Doorrijden of omkeren? Ik besluit de regenjas aan te trekken, de hoezen om de fietstassen te trekken en door te gaan. Gelukkig is het met een half uurtje weer droog. Sterker nog, het weer werd zelfs nog mooier dan voor de bui. Om niet rondom de Morra te hoeven, pak ik weer een stuk doorgaande weg via Koudum richting Workum. Bij Workum ga ik de weg langs de dijk weer op. Het is nu simpel de dijk volgen langs Geest en Workum. Je komt dan van zelf aan het begin van de Afsluitdijk.
 

Wanneer ik de Afsluitdijk op draai, heb ik er 150 km op zitten. Nu wordt het 30 km zwoegen. Ik heb een verkeerde dag gekozen. Er staat een strakke wind, pal op kop. Het fietspad is recht en verdwijnt al glanzend in de horizon. Bij Korwerderzand stop ik nog even om iets te eten. Daarna stop ik omdat de brug open is. Dan begint het echte lange stuk van de dijk. Langzaam zwoeg ik voort. De snelheid? Zo rond de 20 km per uur. Na verloop van tijd zie je de Friese kust toch langzaam uit het zicht verdwijnen. Op het wegdek zie ik kilometers staan. Aan de rechterkant telt het langzaam op, aan de linkerkant af. Breezandijk zorgt even voor een korte onderbreking. Ondertussen verschijnt aan de horizon ook de kustlijn van Noord-Holland. De aftellende linkerkant nadert snel de nul. Dat kan toch niet, de kust is veel verder weg. Soms denk ik dat het beter en sneller is om te keren en terug te rijden naar Makkum. De Afsluitdijk is echt slopend. Dan merk ik dat de nul niet bij Den Oever is, maar bij het monument vijf km voor Den Oever. Nog vijf km kapot gaan.
Uiteraard wordt Den Oever bereikt. Oorspronkelijk had ik me voorgenomen door te rijden tot Edam, maar dat blijkt toch te ver. Dit stel ik maar bij tot Hoorn. Het eerste deel door de Wieringermeer gaat vlot. Tot Wieringerwerf en Middenmeer rij ik deels beschut in de buurt van de autoweg. Wanneer ik vervolgens de fietsborden Hoorn volg, wordt ik her en der rond gestuurd. Eerst staat er Hoorn 12 km op de borden, een paar km verder zijn het er nog 14. Maar goed, ben ik ook eens in Lambertschaap en Abbekerk geweest. Even na zevenen draai ik vanaf Wognum Hoorn binnen. Eerst kom ik een stuk langs nieuwbouw, dan nader ik het oude centrum van Hoorn. Bijna direct zie ik een hotel; vier sterren. Ik draai nog een rondje door Hoorn op zoek naar een ander hotel. Ik zie er wel één, maar besluit toch de vier sterren te pakken. De ligging is rustiger. Om half acht stap ik bezweet en met dikke korsten zout op het voorhoofd met de fiets aan de hand door de lobby van het vier-sterren hotel. De fiets gaat naar de conferentieruimte en ik naar de douche. Ik heb er ondertussen al 218 km op zitten; ruim over de helft dus.
 

Na een heel goed ontbijt, stap ik de volgende ochtend om pakweg kwart voor negen op de fiets voor de rest van de rit. Ik volg even de borden Scharwoude, dan Edam. Had ik dus niet moeten doen. Het is een dood saai lange recht fietspad langs de doorgaande weg. Ik had de dijk aan moeten houden. Maar goed, ik zat op het fietspad. Bij Edam is het doorgaande fietspad naar Monnickendam afgesloten. Ik word naar Volendam geleid en pak daar de 'groene' fietsroute naar Monnickendam; langs de dijk dus. Dit fietst veel mooier dan de doorgaande fietsroute. Vandaar dat ik in het mooie Monnickendam besluit Marken aan te houdenn Dat is weer de weg langs en over de dijk.
 

Ondertussen verschijnt ook Amsterdam op de borden. In het gehucht Durgerdam wacht me nog en verrassing. Wanneer ik langs een klein terras hobbel, denk ik een bekend gezicht te zien. Ik kijk om, kijk nog eens goed en draai de fiets. Kom ik daar een oom en tante tegen. Wat is de wereld toch klein. Na een kwartiertje stap ik weer op de fiets, op weg naar het moeilijkste deel van de route: Amsterdam en het Gooi.
Bij Amsterdam houd ik de borden Diemen en Muiden aan. Wanneer na een kruispunt het fietspad is afgesloten, pak ik toch een verkeerde weg. Deze loopt dood op een nieuwe brug. Ik draai de fiets, rij iets terug en parkeer de fiets aan de kant van de weg. Het is wel een leuk punt om even iets te eten.
Terug bij het kruispunt stopt er een wielrenner uit Amsterdam naast me. Hij loodst me, via de linkerkant van de weg en een voetpad, naar het fietspad langs het Amsterdam-Rijnkanaal. Wanneer het kanaal afbuigt richting Utrecht, stuurt hij me omhoog het fietspad naar Muiden op. Zelf volgt hij het kanaal tot Abcoude voor een standaard trainingsrondje. In Muiden is het druk en er is flink oponthoud; er staat weer eens een brug open. Tot ik Naarden in rij, was de route nog vrij goed te vinden. Nu wordt het lastiger. Dwars door Naarden en Bussum, probeer ik de weg naar Blaricum te vinden. Het is soms gokken en rijden op gevoel, maar het lukt. Ik kruis de A27 en toer naar Eemnes. Wanneer alles lukt, moet de route van hier af eenvoudig te vinden zijn. Vanaf Eemnes kun je, via een pontje, naar Eemdijk. Met een lekkere wind in de rug, gaat het door een polder naar de pont. Ik kan warempel zo doorrijden de pont op. Nu is het eenvoudig de borden Spakenburg volgen. Direct in Spakenburg sla ik rechtsaf; een weg te vroeg dus. Hierdoor kom ik toch aan het zoeken naar de weg richting Nijkerk. Ik had gewoon de dijk moeten volgen tot deze bij een watertje rechts Spakenburg in draait.
 

Maar niet getreurd, op richtingsgevoel kom je ook een heel eind, dus vind je ook de weg naar Nijkerk. In Nijkerk staat, uiteraard, het volgende doel Voorthuizen niet op de borden. Eens even kijken, dan maar richting Barneveld en bij Driedorp links aanhouden naar Voorthuizen. Het leed van de route is nu geleden. Van hieraf is het simpelweg Apeldoorn aanhouden. Daarna is het allemaal bekende weg naar huis.
Het leed van de route is nu wel geleden, maar het achterwerk begint ondertussen aardig op te spelen. Regelmatig moet ik even uit het zadel voor een beetje verlichting. De snelheid is er, ondanks de voortdurende wind in de rug, toch wel uit. Daar komt dan nog die lange, valse klim over de Veluwe bij bovenop. Maar vervolgens is het goed afdalen naar Apeldoorn. De rest van de tocht is de moeite van het vertellen niet waard. Iedereen kent de weg wel.
 

Om half zeven in de avond ben ik, na 173 km, weer thuis van de tweedaagse rit. Volgens de computer zou het (minimaal) 364 km zijn, het zijn er 391 geworden. Je volgt soms een beetje onhandig de verkeerde borden waardoor je via een omweg wordt gestuurd of je komt aan het zoeken. Het kan vast wel korter, al betwijfel ik of je er meer dan 15 km af kunt krijgen door beter te rijden. Je zult in ieder geval een betere kaart dan mijn 1 op 250.000 mee moeten nemen.
 

Ik weet ondertussen wel dat het heel ver rijden is wanneer je deze tocht, zoals ooit bedacht, in één dag wilt rijden. Je zult je dan heel goed moeten voorbereiden zodat je de route vlekkeloos weet. Oponthoud door het zoeken van de juiste weg kun je dan niet hebben. In ieder geval is het dan aan te raden de tocht anders om te rijden. Om het IJsselmeer ligt een geheel beborde en beschreven fietsroute; de Zuiderzee route van 400 km lang. Deze loopt rechts om. Je kunt de route bijvoorbeeld oppikken bij het pontje van Eemdijk. Je wordt dan netjes door het Gooi geleidt richting Muiden. Ook de weg door Amsterdam is dan niet moeilijk. Boven Amsterdam rij je wel iets om, de dijk is iets langer dan de doorgaande weg, maar de route is veel mooier. Verder zou ik in de kop van Noord-Holland niet via Middelmeer rijden, maar oostelijker via Medemblik. Wil je dan niet over de dijk, dan kun je altijd nog vanaf Medemblik naar Wieringerwerf. Oh ja, en met een overwegend westen- of zuidwestenwind in Nederland, heb je op de Afsluitdijk de wind in de rug. Dat scheelt héééééél veel.
 

Zoals ik het nu zie, is de rit voor één dag heel lang, maar ook voor twee dagen is het best ver. Wil je onderweg nog even stoppen, dan is drie dagen mooi. Je kunt dan overnachten in de buurt van Amsterdam en in Makkum. De route is dan verdeeld in drie vergelijkbare etappes. Bovendien heb je meer tijd om van de omgeving en de mooie stadjes te genieten.
 

Henk Luggenhorst