Radfahren in Österreich.

Ook dit jaar ben ik weer op vakantie geweest in Oostenrijk. Zoals altijd zijn hierbij weer de benodigde kilometers op de fiets afgelegd. Nu kan ik natuurlijk wel weer een volledig verslag van alle gefietste dagen c.q. routes, aan het papier toevertrouwen, maar dat is al zo vaak gebeurd. Vandaar dit keer alleen de hoogtepunten en dieptepunten van de 13 dagen dat ik van huis ben geweest.

De eerste dagen
Na een voorspoedige rit naar St. Michael im Lungau op donderdag 1 juli, staat op vrijdag de eerste fietstocht op het programma. Het wordt niet alleen een toeristisch uitstapje, maar ook een korte test voor zondag, de Samsonmman Radmaraton. De eerste 26 km van de Samsonman worden binnen het uur gereden, een goed begin. Dan het toeristische deel. Dit wordt de beklimming van de Turracher Höhe. De eerste 14 km tot Turrach gaat het heerlijk rustig omhoog door het dal van de Turrach. Daarna wordt het ernst, er dienen zich passages van 12 % aan. De temperatuur begint al aardig op te lopen. Ik moet onderweg een paar keren stoppen om af te koelen. Voor mij is deze hitte, tegen de berghelling boven 30 °C, moordend. Bij een bronnetje sla ik het petje dat ik op heb even door het water. Toch bereik ik de top op 1763 m hoogte, maar het kost wel veel, heel veel moeite cq. zweet.
Hoe moeilijk het klimmen is met deze temperaturen blijkt op zaterdag. Mooi op tijd begin ik aan de beklimming van de Katschberg (1641 m). Ik ben amper het dorp uit of er staat al een bord langs de weg: helling 2,8 km en 15 %. Zelfs met een verzet van 34*28 moet ik een aantal keer stoppen op deze eerste 2,8 km, omdat ik het met de stijgende temperatuur absoluut niet uit hou. Gelukkig neemt de steiging na 2,8 km inderdaad af. Van hier gaat het even iets eenvoudiger. Later komt er weer een bord; 1500 m en 15 %. Uiteindelijk kon ik toch boven. Al heeft het wel even geduurd voor ik de 5 km vanuit St. Michael heb afgelegd. 

Samsonman Radmarathon
Bij Neusess, nog circa 8 km te gaan. Op zondag staat de Samsonman Radmarathon op het programma. Ik heb het hele voorjaar stevig getraind om de A-afstand te kunnen fietsen. Deze zware tocht gaat over 238 km en 4400 m hoogteverschil. Ik zie het absoluut niet zitten om deze tocht te rijden. Kort voor de middag zal ik de Nockalmstrasse, met klimmetjes tot 14 %, over moeten en na de middag staat er nog een lang (voor mij onbekend) golvend terrein en een lange klim op het programma. Op het hete gedeelte van de dag zal dus behoorlijk geklommen moeten worden. Aangezien de voorspelling 30 °C is en de bergen niet zo hoog zijn dat er sprake is van natuurlijke afkoeling, zal het (bloed)heet worden. Gezien de weersomstandigheden zie ik hier toch van af en start 's ochtends om 6 uur voor de B-afstand. Dit is slechts 140 km en 1200 m hoogteverschil. De tocht wordt geheel zonder problemen uitgereden in ruim 6 uur. Ondanks het feit dat er maar een paar renners op de B-afstand na mij binnen komen, ben ik toch de snelste Nederlander. Simpel, ik ben de enige Nederlander onder de ruim 1400 deelnemers.

Richting Sölkpass
Op maandag begint mijn fietsvakantie. De dag begint voorspoedig. In een stevig tempo trap ik de eerste 39 km. Dan plotseling loopt er iets verschrikkelijk aan bij de fiets. Het is alsof de achterrem ineens aangetrokken wordt. Ik stop en kom tot de ontdekking dat 3 zweetbandjes, die om de zadelpen hangen, tussen het frame en het achterwiel zijn gelopen. De slijtage is dermate groot dat 2 van de bandjes grote brandgaten vertonen. Vreemd, maar dat is me nog nooit eerder overkomen. Het duurt dan ook even voordat ik de oorzaak van dit malheur ontdek. Wat blijkt: ik heb mijn tasje niet aan de fiets zitten. Normaal hangen de bandjes over het tasje, nu veel lager over het frame. Dat die zweetbandjes kapot zijn is niet erg, maar dat ik te ver van de auto met het tasje zit, en daar pas op zondag terug kom, is veel erger. In dat tasje zitten mijn reserve binnenbandjes en de plakspullen! Bij controle van de rugtas blijkt daar gelukkig nog een reserve setje met plakspullen in te zitten. In noodgevallen kan ik toch nog plakken.
Als bijzonder uitstapje is een rit naar de Sölkpas (1788 m) geplant. Zo hier en daar liggen in Oostenrijk wegen waar geen zwaar verkeer over mag. Vaak zijn het wegen of pasovergangen die al heel lang, misschien wel eeuwen, gebruikt worden en niet geschikt zijn voor doorgaand verkeer. De Erzhertog Johann-Strasse is zo'n weg. Het begin van de klim is eventjes steil. Dan volgt een heerlijk, langzaam steigend stuk langs de Katschbach. Na ongeveer 10 km bereik ik, nog zonder al te veel moeite, de Kreuzerhutte. Hier buigt de weg sterk naar rechts en er doemen plotseling een aantal haarspeldbochten op. Het langzame steigen is afgelopen. Met een schitterend uitzicht in zuid-westelijke richting begint een stevige klim met 410 m hoogteverschil in 5 km. De steigingspercentages lopen op tot 15 %, de temperatuur tot boven 35 °C. Het is geen zweten meer was ik doe, het vocht loopt er gewoon uit. Op een gegeven ogenblik zie ik het zweet gewoon van mijn horlogebandje druppelen met een paar druppels per seconde. Ik heb het werkelijk nog nooit gedaan, maar nu stop ik voor de eerste keer bij een beekje dat de weg kruist. En dat alleen om even een beetje afkoeling te zoeken. En toch begin ik iets aan de warmte te wennen, het gaat vandaag beter dan de voorgaande dagen.
Uiteraard wordt de top wel bereikt. Enkele leden zullen nu zeggen dat het niet telt omdat ik onderweg gestopt ben, maar voor mij telt hij wel degelijk. Ook boven is het heerlijk weer, nu moet het jasje even aan omdat er een frisse wind over de pas komt. Verder ligt er iets dat ik op deze hoogte niet verwacht had. Er ligt hier nog sneeuw langs de weg. 

Overal en nergens
De dagen hierop is het heel mooi fietsen door Oostenrijk, maar niet zo verschrikkelijk bijzonder om de etappes te beschrijven. Er waren mooie klimmetjes over smalle weggetjes, fantastische afdalingen binnendoor, een heel aardig weggetje langs de berg waar een stuk asfalt ontbrak, de A1-ring (ook wel bekend als de Österreich Ring) waar de Oostenrijkse Grand-Prix wordt gereden, hele drukke wegen en volledig verlaten weggetjes. En dan was er die fietsenmaker waar ik een binnenbandje ging halen. Een 'Inner Reifen' ???, oh wacht even, zo'n ding heet een 'Slauch'! Wat voor maat? Dat kan niet; 20 mm voor en 23 mm achter? Volgens hem werd 20 mm al jaren niet meer gemaakt dan wel gebruikt. En bovendien moest de voorband breder zijn dan de achterband, omgekeerd was onzin. Ik ben daar geruime tijd met die oud profrenner aan de klets geweest. Ook wel weer eens leuk.

Toeristisch mooi
Maar goed, verder op de fiets. Het is ondertussen donderdag en het weer is beter, tenminste, het is nu bewolkt en lang niet zo heet. 's Ochtends vertrek ik op tijd uit Bruck an der Mur. Na pakweg 10 km sla ik links af de heuvels in; de Breitenauer Bach omhoog. Na 8 km fietsen heb ik nog maar net 200 m hoogteverschil gehad. Het is een mooie natuur en een rustige weg. Naast de weg ligt een smalspoor. Het plaatsje Breitenau komt heel vreemd over. Relatief ver van de 'bewoonde' wereld staan plotseling een soort flatgebouwtjes langs de weg. Het zijn gebouwen die duidelijk niet in de omgeving passen. Toch moet er vele tientallen jaren geleden een reden zijn geweest om hier in ruime mate goedkope woonruimte neer te zetten. Een eindje verderop zie ik de reden. Er staat hier een grote magnesiummijn. Hier zie je nog eens goedkope oplossingen om overtollige warmte af te voeren. Sorry, maar even komt hier de chemisch techneut weer bovendrijven. Geen dure warmtewisselaars, nee, de buizen liggen gewoon op de bodem van de Breitenauer Bach. 
Na een paar km is er rechts de weg die ik uitgekozen had om te fietsen. Volgens de kaart is het een 'landschappelijk bijzonder mooie route'. Inderdaad is de route heel mooi. Tussen de bomen door klim ik langs de berghelling omhoog. Aan één kant kijk ik uit op het dal. Het uitzicht op zich is heel mooi, wat ik zie is iets minder. Er trekken duidelijk buien door het dal. Een korte tijd stuift de regen door de bomen, gelukkig blijft het droog. Eerst bereik ik de Breitalm, dan de Teichalm. De kaart had gelijk, het is inderdaad een hele mooie, aanbevelenswaardige route. 
Redelijk in de buurt ligt de Weizklamm. Hier loopt de doorgaande weg door een smalle, diepe kloof. Helaas voor mij zijn er wegwerkzaamheden. Dit maakt het onmogelijk om in alle rust van de beperkte omgeving te genieten. Eerst moet ik stoppen voor een rood verkeerslicht, daarna is het een kwestie van doorfietsen omdat het overige verkeer ook graag de wegversmalling voorbij wil zijn voordat het verkeer van de andere kant groen licht krijgt. 

Nat
Op vrijdag gaat het mis met het weer. Rond half elf zie ik dat het verderop in de heuvels tegen de Sloveense grens regent en onweert. Dat was nou net het gebied waar ik naartoe had willen fietsen. Nadat ik alle bagage zo goed mogelijk heb ingepakt, krijg ik inderdaad even een vreselijke bui over me heen. Het onweer blijft uit. Door de regen fiets ik richting volgend hotel. Omdat het nog vroeg is, en de kans zeer groot dat mijn bagage nog niet is gearriveerd, rij ik nog een lusje. Na 100 km, waarvan 65 in de regen, bereik ik het hotel. 
De volgende ochtend regent het nog steeds. Toch maar op de fiets. Ik heb voor vandaag een omgeving uitgezocht met dalletjes tussen 200 en 300 m en 'heuvelovergangen' van pakweg 400 m. De hoogteverschillen zullen dus klein zijn. De tactiek is als volgt: Ik rij door een dal naar het noorden, steek een heuvel over en rij door het volgende dal naar het zuiden. Dan weer een heuvel over, naar het noorden, …….. Doordat ik aan het begin een verkeerde afslag pak, rij ik 's ochtends eerst een paar keer west - oost - west. Dit bevalt niet echt; Het wordt droog, ik sla af en fiets de regen weer in. Weer wordt het droog, ik steek een heuvel over en rij de regen in. Het klaart op en wordt droog. Nog een keer een heuvel over en ja hoor, weer de regen in! De laatste van de dag plensbui komt niet uit de lucht, maar vanaf de weg. Een tegemoet komende auto rijdt dor een grote plas. Het is alsof is een grote emmer water in het gezicht gegooid krijg. Dan wordt het eindelijk droog en fiets ik nog bijna 100 km door een mooie glooiende omgeving. 

Verkeerde fiets
Helaas heb ik deze vakantie niet alle geplande tochten tot een volledig einde kunnen volbrengen. De trip naar de Sticklerhütte moest 7 km voor de hut afgebroken worden, Almfried 5 km voor de hut en de rit door het Weisspriachtal ook 5 km voor het eind. De oorzaak was in alle gevallen gelijk: het asfalt was op en de resterende kilometers bestonden uit 'bergstrasse'. Oftewel een combinatie van zand en gravel. Deze wegen waren met de racefiets niet te rijden. Maar helaas had ik de hybride niet bij me. De laatste dag had ik een ATB kunnen lenen ik het hotel, maar ik had geen zin om één dag op een vreemde fiets de bergen in te trekken. Toch is het een mooie omgeving voor ATB/hybride. Bijna iedereen rijdt er trouwens op een ATB. 
Grote versie van de kaart (100 kB)In het Weisspriachtal kwam ik bijvoorbeeld een bordje tegen dat de ATB-route naar Seekarhaus afgesloten was. De aanwezigheid van deze route zou betekenen dat het mogelijk is, vanuit het Weisspriachtal, de berg over te steken op een hoogte van meer dan 1860 m om vervolgens op de pas bij Obertauern (1739 m) uit te komen. Het lijkt me gewoon fantastisch om zoiets een keer te kunnen fietsen. Misschien dat een volgend jaar toch de hybride een keer mee gaat.

 

Copyright 1999, Henk Luggenhorst