Franse Alpen en Chartreuse
Na Oostenrijk nu weer eens Frankrijk. Er zijn nog steeds cols die op het verlanglijstje staan. De belangrijkste zijn de Izoard vanuit het noorden, de Granon en de Parpaillon. Voor die laatste en de bergen bij Sestriere, Italië, ligt de hybride in de auto. Alleen de weersvoorspellingen voor de vakantie zijn slecht. Het wil in die hoek van Frankrijk heel warm worden. Maar zien hoe het gaat.

Col d’Izoard
De eerste rit is een rondje over de Col de l'Izoard. Volgens de grafieken met een maximale stijging van 9 % niet extreem. Maar goed, met net na de helft 7 km gemiddeld over 8 % ook weer niet te verwaarlozen. Eerst is het even zoeken naar het begin van de GPS route, maar ik weet het begin ook zo wel. Alleen rij ik wel heel erg ver naast de route die berekend is. Iets klopt er niet. Net of hij helemaal geen kaart heeft en dus de basis-kaart van de Edge gebruikt. Ik stop om dat te controleren. Ja hoor, hij staat op de fietskaart Benelux-Duitsland. Geen wonder dat het niet klopt. Even de juiste kaart selecteren en de route een keer opnieuw instellen. Nu klopt het beter.

De laatste haarspelden voor de Col d'Izoard

De laatste haarspelden voor de Col d'Izoard
Ondanks dat het vroeg is, begint de temperatuur al op te lopen. Dat wordt zweten vandaag. Na 5 km stop ik even om het dal vast te leggen. Hé, daarna is het net of ik op gang begin te komen. Langzaam gaat het verder, steeds in de volle zon. Helaas is het ook zo goed als windstil. Ik ben hier nu twee keer eerder langs gekomen, de laatste keer 5 jaar terug, maar ik kan niet zeggen dat ik veel herken. OK, ik kwam beide keren dan ook van de andere kant. Als ik zo nu en dan om kijk, komt het toch vaag bekend voor. Cervieres herken ik wel. Gelukkig weet ik steeds precies hoe ver ik ben; er staan hier bordjes langs de weg met nog te rijden afstand en het hellingspercentage van de volgende km. Niet dat dat altijd even opbeurend is, maar toch. Als na 13 km de haarspelden beginnen, voel ik soms zelfs een beetje wind. Heerlijk, dat koelt een beetje. Maar de koeling houdt nooit lang aan. Heel langzaam kruipen de km's voorbij. De eerste klim van het jaar valt niet mee. Of zou het de leeftijd zijn? De boomgrens wordt gepasseerd en de col komt langzaam in zicht. Met een nadruk op langzaam. Even stop ik nog een keertje om te filmen, dan rij ik naar de top. Het is hier druk. Veel van de fietsers die me voorbij snelden, stoppen bij een busje. Als je een bus bij je hebt, kun je met veel minder gewicht toe. Col d'Izoard
Col d'Izoard

Boven is het aangenaam staan. De temperatuur valt mee en er staat een beetje wind. Er worden foto's gemaakt, gefilmd en uitgebreid gegeten. Vooral dat laatste was hoog nodig. Daarna begin ik met de afdaling. De eerste stop is al na een paar honderd meter. Het is hier nu eenmaal mooi. Tijdens het filmen wordt ik bijna omver geblazen; het waait hier hard. Richting Casse Déserte wordt nog een paar keer gestopt. De temperatuur begint op te lopen. Even een stukje klimmen tot de parkeerplaats voor Casse Déserte. Hierna gaat het snel omlaag. Rechts zie ik de boom waar ik 5 jaar terug heb zitten eten. Kijk, ik herken echt wel punten. De hoogte neemt af, de temperatuur stijgt en ik heb de warme wind tegen. Zelfs omlaag moet ik meetrappen om snelheid te houden. Het gaat eigenlijk helemaal niet lekker. Het zou best de hitte kunnen zijn. De temperatuur in de zon loopt naar 35 graden.

Ik duik Guillestre in en slinger door het dorp. De GPS stuurt me hier binnendoor richting N94. Bij Eygliers zie ik een supermarkt. Tijd voor Yop! Dan pak ik de route weer op. Even over de N94 en dan naar de andere kant van het water. Over de binnenweg richting noorden. Nou dat heb ik geweten. Het wordt hier nog warmer, de wind varieert van stil tot hard en de thermometer geeft 37 graden. Het klimmen gaat moeizaam. In de verte zie ik de mooie, vrijwel vlakke N94. Ik daal en toer langs het zweefvlieg-vliegveld. Uitzicht vanaf de D38 bij Pallon
Uitzicht vanaf de D38 bij Pallon


Daarna begint het pas echt te klimmen. Er lijkt geen einde aan te komen en de temperatuur in de zon is de 40 graden gepasseerd. Soms iets wind, dan weer windstil. Ik moet zo nu en dan stoppen om uit te hijgen. Het is afzien tot ik bij L'Argentière de brug oversteek en de N94 pak. Maar ja, die begint hier nu ook serieus te klimmen. En dat bij 41 graden. Moeizaam zwoeg ik omhoog. Dit is afzien versie 2. Zelfs als het iets gaat dalen ontbreekt het aan de energie en kracht om vaart te maken. Vlak voor Briançon verlaat ik de N94 en rij binnendoor. Het gaat warempel iets beter, maar de temperatuur is dan ook gekelderd naar 34 graden. Het is toch voor een (groot) deel de temperatuur die me nekt. Als ik eindelijk bij het hotel ben en de fiets weer ingeladen is, komt de laatste beproeving; ik moet naar de derde verdieping!

Gesloopt!
Niet de geplande rit naar de Parpaillon heeft me gesloopt, maar die rit van gisteren. Ik ben kapot als ik uit bed kom. Die 30 km 40 graden is toch te veel geweest. Ik heb wel eens vaker een slap gevoel gehad als ik tijdens de vakantie uit bed kom, maar dit slaat alles. Voor het ontbijt zit ik al drie keer op het toilet. Alles gaat moeizaam, behalve het toiletbezoek. Ik besluit een rustige wandeling in de buurt te maken. Eerst door ik park aan de rivier, dan omhoog naar de Cité Vauban; het oude vestingstadje op de rots. Verder is het veel rusten en gewoon eten. Oftewel, op krachten komen. Nu maar hopen dat het morgen beter gaat.

Montgenèvre
Ik voel me echt veel beter als ik uit bed kom. Vandaag moet er wel gefietst kunnen worden. Maar wat te doen? Ik besluit naar Montgenèvre te rijden. Dat is een kort ritje en geen extreem zware klim. De voorspellingen voor morgen zijn gunstiger voor een lange rit. De temperatuur wil dan niet helemaal zo ver oplopen.

Ik ben niet de enige fietser aan het ontbijt. Eerst kom ik de twee Duitsers tegen die hier maandagochtend ook waren. Vervolgens is er een fietser die Rabo wel erg Nederlands vindt. Hij is samen met een Engelse vriend in Turijn gestart, via de Lombarde gekomen en, na een overnachting in Bousieyas, over de Bonette. Alleen bij de Vars hadden ze zich verreden en waren bij St. Paul een doodlopende weg ingereden tot boven 2000 m.

Na het ontbijt stap ik op de fiets. De route is eenvoudig te vinden, gewoon direct omhoog naar Vauban. Daar staat het blanke zweet al op mijn rug; 500 m 10% is best een heftig begin van de rit. Maar goed dat ik de GPS-route niet volg; die stuurt me over de nog steilere Chemin Vieux naar en door Vauban. Bij Vauban zwakt de helling af. Licht stijgend en soms iets dalend gaat het richting La Vachatte. De zon staat hier in de ochtend van de ideale kant om nog eens een foto van de achterkant van Vauban te maken. Het klimt redelijk na zo'n beroerde dag van gisteren. Bij de haarspelden trekt de helling iets aan. Door alle bochten wisselt het uitzicht en is er soms ook nog een lekker verfrissend windje. Al kerend en draaiend trap ik door omhoog. Het is gelukkig niet zo warm als maandag.

Het bordje van de bebouwde kom van Montgenèvre wordt bereikt. Alleen de weg blijft stijgen. Voor de tunnel draai ik op de rotonde links het dorp in. Ik toer door het dorp tot het bord van de col. Weer eentje gescoord. Even door naar het kunstwerk aan de andere kant van het dorp. Hier houd ik een uitgebreide rustpauze. Ik heb alle tijd dus ik maak ook nog een rondje door het dorp. Stalen kunstwerk net achter Montgenèvre
Stalen kunstwerk net achter Montgenèvre


Als ik terug rij over de hoofdstraat, staat die Nederlander van vanochtend bij een terras. Ze houden een stop. We praten nog even over hun vervolg van de route. Deze drukke weg is maar niets. Ze pakken straks een binnenweggetje door de bergen. Ik vraag door waar ze naar toe willen. Dat blijkt dus Sestriere en dan Colle del Finestre te zijn. Ik kijk naar hun racefietsen en vraag of ze wel weten dat die mooie weg niet geasfalteerd is. Dat is dus nieuw voor hun. Maar ach, ze hebben een plaksetje bij zich in het geval van een lekke band. Het kan nooit zo erg zijn als de pas tussen Oostenrijk en Italië die ze vorig jaar hadden genomen. Daar kon een ATB'er nog niet fietsend over komen. Dat was dus ook een lange wandeling geweest. Hoezo, goede voorbereiding?

Daarna begin ik aan een rustige afdaling. Het is vroeg, ik heb nog wel even. Ik besluit een klein stukje de Vallée de la Clarée in te rijden. Dit kan morgen een mooie rit worden. Dan maar hopen dat er minder wind staat dan nu. Ik voel hem aardig. Op een bankje vlak bij de rivier volgt een tweede rust. Dan gaat het terug naar Briançon.

Col de l'Echelle
Het is vanochtend fris als ik op de fiets stap. Wel lekker bij dat eerste klimmetje naar Vauban. Ik weet precies waar het langs gaat en gisteren heb ik op het eerste stuk al een aantal foto's gemaakt. Het gaat dus heel voortvarend richting Val des Prés. Eindelijk een keer geen hitte. Alle fransozen die ik tegenkom dragen een jasje of zelfs een regenjack tegen de kou. Deze Hollander doet het met enkel een shirtje met korte mouw. Dat gaat prima met dit weer. Maar als ik aan het begin van de Vallée de la Clarée in de schaduw van de berg kom te fietsen, begint het wel erg fris te worden. Dit duurt gelukkig niet lang, anders zou ik stoppen om een jasje aan te trekken.

In een lekker tempo gaat het verder. De tegenwind is nog zodanig dat ik er niet te veel last van heb. Langs de weg staan continu bordjes met de informatie richting Col de l'Echelle. Maar op lang niet elk bord staat een helling aangegeven. Soms is het gewoon vlak. Tenminste, dit punt en een km verder liggen even hoog. Achter Plampinet trekt de helling iets aan en zie ik dat de GPS me rechtsaf wil sturen. Volgens de kaart is de afslag nog verder en bovendien schuin terug in plaats van schuin naar voren. Met moeite weet ik de afslag te lokaliseren. Daar stuur je zelfs geen ATB omhoog. Het is niet meer dan een oud, dichtgegroeid pad. Ik volg gewoon de weg en pak de afslag waar netjes een bord bij staat. Nog even gaat het makkelijk, dan trekt de helling aan naar gemiddeld ruim 8 %. In één streep gaat het langs de berg omhoog. Dan draait het iets links er rij ik tussen de bomen. Hier kom ik ook weer op de GPS-route. Ook aan deze kant zou je geen ATB'er het pad insturen. Het is nu nog een stukje en ik bereik de Col. Even de fiets tegen het bord en een foto maken. Ik ben mooi op tijd en het is niet al te warm. Ik besluit af te dalen naar Italië en de Col ook van die kant te beklimmen. Nu is afdalen hier een groot woord. Het gaat even iets naar beneden en begint dan te golven. Ik rij hier gewoon op een kleine hoogvlakte. Na 2 km ben ik weer op een 'top'. Als ik omkijk staat daar dan ook netjes een bord 'Col de l'Echelle 2 km'. Col de l'Echelle (Franse kant)
Col de l'Echelle (Franse kant)


Nog even iets een bocht om en ik kijk in een diep gat. Ik stop direct om de afdaling vast te leggen. Nu begint de afdaling langs de bergwand. Eerst met een paar lange halen, dan kortere stukken tussen de haarspelden. Het dalen valt mee, echt steil is het niet. Wat van boven af een vlak dal leek, blijkt een voortdurende afdaling te zijn. Ik passeer twee gehuchtjes en een hele oude brug. Deze doet waarschijnlijk weer dienst sinds de nieuwe brug niet meer gebruikt kan worden na een aardverschuiving of iets dergelijks. Ik rij een rondje door Bardonecchia en begin aan de klim terug. Het frisse van deze ochtend is er wel af. Vooral als de wind weg valt wordt het warm. Langzaam gaat het omhoog tot de stuwdam. Het is nog 4 km langs de berg met een hoogteverschil van circa 200 m. Niet echt steil dus. Ook hier geldt: als je de wind voelt gaat het prima, is het windstil dan schiet de gevoelstemperatuur omhoog. In een lekker tempo trap ik omhoog. Het valt helemaal niet tegen. Ik stop nog een keer voor een foto en rij dan omhoog. Ook op de 'hoogvlakte' stop ik. Daarna terug naar de col. Hier is het tijd om een banaantje te eten. Terwijl ik daar zo rondwandel, komen er twee fietsers vanuit Italië omhoog. Het zijn de twee Duitsers uit het hotel. Ze zijn rondgereden over Montgenèvre. Kleine weilandjes in Vallée de la Clarée
Kleine weilandjes in Vallée de la Clarée


Na een korte rust rij ik omlaag. Richting Névache wil de GPS me weer het grind in hebben. Ik ben eigenwijs en volg gewoon de weg. Achter Névache gaat het omhoog de Haute Vallée de la Clarée in. Als je van fietsen in de ruige natuur houdt, is dit een absolute aanrader. Soms rij je langs weilandjes, dan weer langs de kale rotsen. Het wisselt continu. Gestaag gaat het omhoog, telkens is het uitzicht anders. De bordjes langs de D301T tellen langzaam op. Aangezien het einde 9,5 km van Névache ligt, weet je dus hoe ver je nog moet. Dan, na een bocht, komen een stel oude huisjes in zicht. Rechts achter een rots staat de Refuge de Laval. Een paar honderd meter verder ligt de parkeerplaats. Daar is het asfalt op. De omgeving wordt rondom gefilmd en ik ga rustig zitten eten. Vallée de la Clarée, oud kruis langs de weg bij Chalets du Verney
Vallée de la Clarée, oud kruis langs de weg bij Chalets du Verney
Na de korte pauze begin ik aan de afdaling vanaf 2015 m; gewoon in het shirtje met korte mouw. Op een aantal plekken die ik tijdens de klim al had gespot, stop ik om de natuur vast te leggen. Bijna alle stops zijn op de 9,5 km tot Névache. Op dit gedeelte zit er ook nog iets op de weg. Als ik dichterbij kom, duikt het links de berm in. Het is een marmot. Heb die tenminste ook gezien. Na Névache wordt het genieten iets minder. Met de wind in de rug toer ik omlaag. Dit is best lekker fietsen, al loopt de temperatuur wel weer op. Als ik de N94 heb bereikt, geeft het horloge al weer bijna 35 graden aan. De GPS zal dan iets lager zitten. Dan fietste die 16 graden van vanochtend toch wel lekkerder. Het laatste stukje is weer steil omlaag Briançon in. De rit zit er op.

Col de Granon
Het is even de vraag wat te doen op de laatste dag hier. Er staat nog van alles open. Aangezien ik geen zin heb om 's ochtends eerst een uur in de auto te zitten, dan mis ik het lekkerste weer van de dag, vallen twee ritten direct af. Blijft de rit naar de Granon over. Maar ja, het klimmen gaat de laatste jaren steeds moeizamer, vooral op de steile stukken. Laat de Granon nu veel, of beter alleen maar steile stukken te bevatten! Ik weet niet of ik dat redt. Alternatief is natuurlijk dat ik de hybride mee neem in plaats van de racefiets. Het scheelt een heel stuk wanneer je 22-28 omhoog kunt rijden in plaats van 30-28. Het wordt dus de hybride en de Col de Granon. De hoognodige bagage wordt, samen met de camera, overgepakt in de grote rugtas. Op de parkeerplaats trek ik de andere fiets uit de auto. Die is snel klaar, want daar hoeven geen tassen aan. Alleen even kijken hoe de helm aan de fiets kan. Dat wordt dus achter onder het zadel. Daar hangt hij wel op het spatbord. GPS aan, rugtas op de rug en fietsen maar. Dat valt eerst best tegen met dat gewicht op de rug. Het eerste deel door Briançon is druk. Bovendien moet ik op gang komen.

Na een paar kilometer gaat het de oude weg op, St Chaffrey in. Hier fietst het nog lekker. Dan gaat het rechts richting Granon en direct begint de klim. Hier staat ook het eerste bordje: Granon 11,4 km. Ik schakel al snel naar een lage versnelling. Daarmee kan ik een prettige trapfrequentie aanhouden. Het gaat dan misschien niet supersnel, maar het gaat helemaal niet slecht. Alleen begint me wel zweet in de ogen te lopen. Na 2 km klimmen moet er dus gestopt worden voor een zweetbandje. Maar er zullen waarschijnlijk wel meer stops volgen. Rustig peddel ik door. Op de GPS kan ik precies zien hoe de weg verloopt. Elke haarspeld staat op het schermpje. Alleen die bordjes langs de weg, die kloppen niet helemaal. Tenminste, ze zijn er niet allemaal. Ik ben 11 km en 10 km te gaan gepasseerd, maar ik zou 9 km toch al gepasseerd moeten zijn. Wacht, daar staat er weer eentje. Nee, het valt mee, nog maar 8 km te gaan. Op de km-teller kan ik ongeveer volgen wanneer de volgende komt. Daar komt er zo weer eentje. Nee, geen bordje 7 km te gaan. Ik trap nog steeds rustig door. Helaas fiets ik ruim onder de ‘vliegsnelheid’. Tientallen van de rot beesten zwermen om me heen. Met de grootste klap heb ik er bijna 10 geveld. Op de hele klim wel 50. Uitzicht over de barakken richting Serre Chevalier
Uitzicht over de barakken richting Serre Chevalier


Als het mee zit haal het in een keer tot aan het hele steile stuk. Dan, achter Le Tronchet, het gevreesde bordje: nog 5 km te gaan, de volgende km is 11,1 %. Nog steiler dan in de boekjes van Altigraph. De zon staat vrolijk aan de hemel te branden, maar de temperatuur valt mee. Zo nu en dan is er een verfrissend windje. Ik trap nog steeds door. Het volgende bordje moet verlichting geven. De helling van 8,6 % valt mee, maar de afstand niet. Nog 7 km te gaan? Het gaat nog steeds goed genoeg om niet te stoppen. Er komt weer een scherpe bocht in zicht. Ik draai rechts en kan zowaar even versnellen. Waar het door komt weet ik niet, maar het gaat gewoon even sneller. Helaas is het niet voldoende om de vliegen af te schudden. Het volgende bordje nadert al weer. Alleen heeft hier een grapjas het bordje omgekeerd. Ik kijk tegen de achterkant. Wanneer ik omkijk zie ik dat het inderdaad nog 2 km is. Ik peddel nog steeds rustig door. Wat een gemak dat lage verzet van de hybride. Als ik zo door rij, haal ik de top zonder te stoppen. Nog 1 km te gaan. Ik kijk hoog over de Alpen, om me heen alleen maar Alpenweides met bloemetjes en kort gras. De schaapskudde van een eind terug zal hier ook al wel gemaaid hebben. Dan komen de eerste barakken in zicht. En nog een paar. Ik ben er bijna. Boven langs de barakken, even een bocht iets naar links en verderop staan allemaal auto's. Ik heb het gehaald. En dat zonder te stoppen om uit te hijgen. Dat had ik op de racefiets nooit op deze manier gered. Daar ligt het trapritme bij deze hellingspercentages te laag voor. Een hele goede keus om de hybride te pakken. Ondanks de zwaardere fiets, het ongemak van de rugtas en het feit dat ik niet voluit ben gegaan, toch geklommen met zo’n 560 m/uur. Dat haalde ik de laatste jaren ook met de racefiets. Maar niet met het gemak van dit jaar. Col du Granon
Col du Granon


Ik rij eerst naar het einde van de parkeerplaats en film daar wat. Dan de fiets voor het bordje en naar de oriëntatietafel. Daar zie ik een mooi punt om het dal te filmen. Met de hybride kan ik makkelijk tot ruim 100 m van het asfalt fietsen. Hier ga ik zitten om van het uitzicht te genieten en te eten.

Nu maar eens zien hoe het dalen met de hybride gaat. Eerst de barakken nog vastleggen en het jasje aantrekken. Met het dalen is het toch fris. De hybride loopt heel soepel naar beneden. Het gaat niet hard, dat durf ik toch niet bij deze steile hellingen. Ik heb wel het idee dat ik deze fiets veel beter onder controle kan houden dan de racefiets. Na een aantal stops om te genieten en foto's te maken, wordt St. Chaffrey weer bereikt.

Het is nog maar net middag. Wat zal ik gaan doen. Het is te vroeg om te stoppen. Ik besluit de forten van Briançon nader te bekijken. Ik volg de N94 om Briançon en draai dan links de stad ik. Vervolgens voor het hotel langs en richting Izoard. Daar moet ergens een keer een weg naar links komen. De eerste, nog in Briançon is steil en opengebroken. Dan, in een flauwe bocht naar links, kan ik scherp links een weg in. Deze weg loopt direct naar “Communication Y”, een versterking die vroeger een doorgang tussen de rotsen afschermde. Hier houdt tijdelijk het asfalt op. Gelukkig heb ik de hybride bij me. Ik hobbel dus gewoon door het grind verder. Na de versterking ligt nog een stukje asfalt tot aan de parkeerplaats “Champs de tir”. Een rondje 'off the road' lijkt me wel aardig. De weg is echter zo slecht dat het achterwiel soms haast doorslipt. Toch ploeter ik een stuk omhoog. Dan scherp links. Helaas, de weg wordt niet beter, eerder slechter. Ik krijg wel een heel mooi uitzicht op de oostkant van het “Fort des trois Tetes”. Het volgende stuk omlaag is nog weer iets slechter. Om hier goed uit de voeten te kunnen, heb je toch wel een ATB met forse banden nodig. De banden van de hybride zijn haast te licht voor dit werk. Ik kom wel waar ik gepland had te komen; direct boven “Fort Dauphin”. Bovendien heb ik “Fort des Salettes” ideaal op de achtergrond liggen.
Fort des trois Têtes
Fort des trois Têtes

Dan knobbel ik terug naar de “Champs de tir” om, met een aantal fotostops, af te dalen naar Briançon. Het zit er hier op. Lang niet gefietst wat de bedoeling was, maar dat was aan de temperatuur in het begin van de week te wijten. Maar de dagen dat ik heb gefietst, heb ik heerlijk gefietst. OK, maandag van Guillestre naar Briançon was niet bepaald heerlijk. De rest wel.

Op naar het volgende hotel, in de buurt van de Chartreuse. Alleen jammer dat het daar ook zo warm wil worden. Voordeel is wel dat richting westen veel fietsmogelijkheden zijn met minder hoogte.

Gorges du Guiers Mort
Het ontbijt bestaat uit kleine stukjes stokbrood, dat schiet dus niet op. Toch zit ik redelijk op tijd op de fiets. Het is nu nog heel lekker weer om te fietsen. Ik weet niet precies hoe de verwachting is, maar het zal zeker niet zo blijven. Ik pak de weg rechtstreeks naar St. Laurent du Pont. Ik weet zeker dat de GPS-route daar door komt. Maar wat hem vandaag weer mankeert? Hij houdt continu het noorden aan de bovenkant van het scherm. De kaart staat dus niet in rijrichting. Dat kijkt niet makkelijk, al is de laatste aanwijzing wel steeds in orde. Dan maar even stoppen en de instelling van de kaartrichting een keer omzetten. Zo, dat kijkt makkelijker. Uitgehakte weg in de Gorges de Guiers Mort
Uitgehakte weg in de Gorges de Guiers Mort


Bij St. Laurent du Pont draai ik de Gorges du Guiers Mort in. Door een mooi smal dal gaat het rustig omhoog. Wat nog wel het mooiste is, is dat ik grotendeels in de schaduw van de bergwand rij. Dit is gewoon heerlijk toeren. Een paar keer stop ik om een foto te maken. Oei, de laatste foto vanaf een brug had niet genomen mogen worden. Het is verboden voor voetgangers op die brug. Maar ja, hoe krijg je anders dat oude bruggetje voor de voetgangers mooi in beeld. Het schiet mooi op en langzaam wordt het dal breder. Nadeel is natuurlijk wel weer dat je beter gespot wordt door de zon. Van de andere kant is er het voordeel dat de GPS-ontvangst beter is. Dan fiets je in stilstand niet meer de berg in of vervolg je de route door het water. Na 9 km klimmen bereik ik de D512. Hier gaat het links stevig verder omhoog naar St. Pierre de Chartreuse. Dan is het nog maar 3 km klimmen tot op de eerste col van de dag; Col Cucheron (1139 m). Hier gaat de fiets tegen een bord en wordt een uitgebreide stop gehouden. Ik was wel aan een beetje eten toe. Na de rust begint de afdaling naar St. Pierre d'Entremont. Hier is het gezellig druk op straat. Er is een marktje met van alles en de muziek galmt over straat. Het is absoluut geen straf om even zachtjes te moeten fietsen. Buiten het dorp wordt de snelheid weer opgevoerd. Niet te gek doen, want het gaat omhoog in de brandende zon. Dan verschijnt links op het scherm van de GPS een paarse lijn; de route omhoog naar de volgende col. Inderdaad wordt ik even later in Entremont linksaf gestuurd. Alleen zie ik iets vreemds aan de route. Hij keert een eindje verder, loopt iets terug en slaat dan af. Maar volgens de kaart moet ik gewoon de D45 volgen. Heeft de GPS toch een iets kortere weg gevonden. Maar ja, korter en het zelfde hoogteverschil betekent ook steiler. Ik laat de route dus voor wat hij is en volg gewoon de D45. Heerlijk klimmend, eerst met uitzicht, later tussen de bomen, gaat het richting Le Desert. Op een gegeven ogenblik zie ik inderdaad de GPS-route weer op het scherm verschijnen. Nadat ik even bij een bronnetje ben gestopt om me iets te verfrissen, pak ik in Le Desert de route weer op. Ik draai achter om het gehucht en de weg begint iets te dalen. Vreemd, volgens mij is de col iets verder weg, maar ik heb nog niets gezien. Links staat een bordje voor wandelaars. Eens kijken of daar de Col de la Cluse wordt genoemd. Dat is mazzel dat ik even stop: het is de Col de la Cluse (1159 m). Nu kan ik deze ook bijschrijven.

Uitzicht richting Gorges de Guiers Vif (Nabij Corbel)
Uitzicht richting Gorges de Guiers Vif (Nabij Corbel)
De volgende stop is Corbel. Hier heb ik een schitterend uitzicht over het bovenste deel van de Gorges du Guiers Vif. Een paar honderd meter verder stop ik al weer. Nu heb ik uitzicht op het onderste deel van de gorges. Deze weg is dan ook eigenlijk de enige weg in de Chartreuse die oost-west loopt en niet door een gorge gaat. Na een laatste uitzicht over de 'vlakte' in het westen, gaat het richting Col des Egaux (958 m). Hier ga ik rustig in het gras zitten om te eten. In de schaduw is het heerlijk vertoeven. Nu begint de laatste afdaling. Natuurlijk heeft de GPS weer een kortere route gevonden. Ik ben de afslag voorbij voordat ik het door heb. Gelukkig gaat de doorgaande weg ook gewoon omlaag. Op de D1006 komt de GPS-route later gewoon een keer van links uit een klein weggetje. Nu is het alleen nog maar afdalen richting Les Echelles. Voor de tunnel wil de GPS met nog weer binnendoor hebben. Dat doe ik niet, het is onverhard. Ook de weg langs/naar de grotten van St. Christophe is onverhard. Helaas. Na de tunnel maak ik nog een ommetje langs St. Christophe, daarna gaat het terug naar het hotel.

Gorges du Guiers Vif
Vandaag staat de noordelijke lus door de Chartreuse geplant. Dus weer in één streep naar Les Echelles en dan maar kijken hoe de weg vanaf hier naar boven loopt. Ik wordt eerst naar St. Christophe gestuurd en achter het dorp gaat het langs de berg omhoog. Hier is nog geen gorge, of wat er op lijkt, te zien. Daarvoor zit ik aan de verkeerde kant van de berg. Bij het gehucht Berland steek ik de 'berg' over en draai links de doorgaande weg op. Het gaat nu inderdaad naar de gorge. Ik passeer een tunnel en rij nu echt door de Gorges du Guiers Vif. Deze weg heb ik gisteren al van boven kunnen zien lopen. Dat was toen ik bij Corbel reed. De zon staat nu nog verkeerd om te kunnen zien waar ik gisteren reed. Naarmate ik verder de gorge in rij, wordt het zicht op de overkant helderder. Het uitzicht in deze gorge valt iets tegen, terwijl ik toch redelijk ver boven het water zit. Aan het begin is er even een steile wand, verder staan er veel bomen die het uitzicht belemmeren. Maar goed, niets aan te doen. Het gaat rustig omhoog. St. Pierre d'Entremont nadert snel. Plots zie ik dat ik van de route ben. Ik zou iets verder naar links moeten rijden, maar ik heb nooit een afslag gezien. Ook zie ik daar links zo geen weg lopen. Het zal wel. Ik toer verder. Het dal vlakt af en er staan huizen/bedrijfjes. Daar zie ik nu ook een weg lopen. Ik rij gewoon het dorp in sla links af. Hier ben ik gisteren ook doorgekomen. Nu helaas geen muziek. De bergen van de Chartreuse; Mont Outheran
De bergen van de Chartreuse; Mont Outheran


Over een bekende weg gaat het omhoog. Gewoon rustig doortrappen. Links loopt de weg omhoog naar de Col de la Cluse. Dit keer gaat het gewoon rechtdoor het dorp door. Even lijkt de weg iets steiler, maar het gaat nog steeds lekker. Nadeel is dat je hier zo weinig idee hebt hoe ver je nog moet. Aan de natuur te zien nadert de col. Dan zie ik op de GPS een weg van rechts komen. Dat moet de col zijn, want je kunt hier van 3 kanten omhoog komen. Inderdaad, weer een col om bij te schrijven op de lijst: Col du Granier (1134 m). Alleen staat er weer eens geen bordje langs de weg. Tenminste, ik zie hem niet. Naderhand blijkt dat het bordje 100 m terug staat. Ik ben hem dus al voorbij. Dan de fiets maar zo tegen een paal en een foto maken van het gebouw op de achtergrond. Hier staat de naam van de col mooi op.

Helaas is het hier geen mooi punt om te gaan zitten eten. Daarvoor rij ik een stuk omlaag. Bij de eerste gelegenheid met uitzicht op het dal, ga ik zitten voor een pauze. Dan omlaag naar de 'Tunnel du Pas de la Fosse'. Ik verwacht hier eigenlijk gewoon een tunnel in de doorgaande weg langs de berg. Maar nee, ik schiet dwars door de berg. Alleen staat er een halve storm door die tunnel. Dat verwacht je normaal niet. Ineens fiets ik langs een steile granieten wand. Ik kijk een heel ander dal in. Waar ik eerst uitkeek richting Montmelian, kijk in nu meer richting Chambery. Het lusje over de bergrug sla ik over en daal door naar Chambery. Château de Chambéry
Château de Chambéry
Ik toer even stukje de stad door, maak een paar foto's en zoek de weg terug. Ik heb wel een idee hoe ik moet rijden, maar het bord 'Lyon par Les Echelles' maakt alles duidelijk. Nu begint een lange, warme en saaie weg terug. De D1009 is gewoon geen mooie weg om te fietsen. Er is weinig te zien langs de weg, er is veel verkeer, het is weer warm en de weg loopt continu iets op. Ik mag nog een kort stukje over de oude weg. Die paar honderd meten fietsen veel lekkerder; geen verkeer, wel schaduw. Al het klimmen heeft wel weer een leuke bijkomstigheid, ik passeer een col. De Col de Couz is met 526 m niet hoog, maar het is en blijft een col. Dus: helm op en in volle vaart naar beneden. De volgende 6 km zijn dan ook zo voorbij. Nu in Les Echelles op zoek naar een winkel. Ik weet verderop een Netto te zitten, dus daar maar naar toe. Alleen deze zit dicht en nergens openingstijden. Het gaat dus terug naar het hotel. Nu maar hopen dat de winkels morgenochtend geopend zijn. Het is dan wel 14 juli, hun nationale feestdag. Alles wat ik nog aan eten heb, zijn een zestal mueslirepen. Daar kom ik een heel eind op en overmorgen gaat het toch naar huis. We zien wel.

De laatste dag
Het centrum van Les Echelles is om half negen al afgesloten voor al het verkeer. Er is vanmiddag braderie in het centrum in verband met 14 juli, de franse nationale feestdag. Gelukkig hoef ik helemaal niet in het centrum te zijn. Mijn eerste stop is even buiten Entre-Deux-Guiers, wat tegen Les Echelles aan ligt. Hier staat de Netto en hij is open. Ik haal dus brood voor 2 dagen, twee bananen en 'Netto Yop'. Het dan wel niet de echte, maar ik moet het er maar mee doen. Beter nep dan niets. Dan snel verder. De rit is nog lang en de temperatuur zal alleen maar verder oplopen. Door St. Laurent du Pont, foto van het kapelletje en hé, die grote kerk had ik nog gezien. Misschien vanmiddag. Ik rij lekker door. Links staat een monument. Toch maar even kijken. Het is voor 144 jongeren, waaronder in ieder geval één Nederlandse, die ergens bij zijn omgekomen. In ieder geval heeft het te maken gehad met een tourniquette in de uitgang. Die staat achter het monument. Met de datum er bij, 1-11-1970, is dit vast wel ergens op Internet te vinden.

De D520 glijdt onder me door. Ik zie de afslag opdoemen. Hier gaat het links naar de Col de la Placette. Dit stelt nog niet veel voor. Maar het spreekwoord zegt: 'Wie de kleine col niet eert, is de grote niet weerd'. Dus even stoppen voor een foto. Nu begint een lange afdaling. Tot bij Voreppe gaat het nog wel. Maar dan kom ik in het drukke dal richting Grenoble. Als ik Voreppe uit rij, wordt ik naar een fietspad aan de linker kant van de weg gestuurd. Niet ideaal, want er staat nog geen paaltje of wat dan ook tussen het fietspad en de rijbaan. Alleen een witte streep. Het eerste deel zijn de stoplichten me nog gunstig gezind; ik kan bijna altijd doorrijden. Bij St. Egreve slaat de teneur om. Nu moet ik voor vrijwel elk stoplicht wachten. Ik twijfel nog steeds wat ik ga doen; rij ik de binnenweg van de GPS omhoog, of toch maar de 'echte' doorgaande weg naar de Col de Porte. Ik besluit het laatste te doen. Dan ligt duidelijk vast hoe ik de Col de Porte heb beklommen; die zoals beschreven in het Altigraph boekje. Maar goed, het wordt nu wel zoeken hoe ik daar kom. Het lijkt of ik me bij de Isère vastrij. Ik kom op een fiets-/voetpad en die lijkt te eindigen in een gat. De andere optie is de brug over, maar ik moet eigenlijk aan deze kant zijn. Er komt een trimmer voorbij. Die duikt dat gat in en is weg. Het pad loopt dus toch door. Ik loop met de fiets naar beneden en zie een mooi fietspad, direct langs de oever van de Isère. Het is een prima fietspad met rechts de Isère en linksboven me de autoweg. Ik rij eerst onder een brug door en moet bij de volgende omhoog. Vervolgens moet het verkeer verplicht rechts een brug over. Alleen fietser mogen een fietspad rechtdoor volgen. Fietspad langs de l'Isere bij Saint Martin le Vinoux
Fietspad langs de l'Isere bij Saint Martin le Vinoux


De afslag richting Col de Porte is bereikt. Het begint direct goed te stijgen. Gelijk begint ook de temperatuur op te lopen. Dat wordt weer zweten. Gelukkig staan er nog zo nu en dan bomen langs de weg. Die geven iets schaduw. Een zuchtje wind zou welkom zijn, maar helaas. Langzaam zweet ik verder. Helaas valt het uitzicht tegen. Er staan veelal huizen langs de weg. Dan zie ik voor me een hek op een rand staan. Komt daar de weg langs? Even een auto volgen. Ja, daar kom ik langs. Op dat punt moet er iets meer uitzicht zijn. Ik rij door en stop bij het hek. Daar zet ik fiets tegen een container en begin aan de nep Yop. Smaakt prima, maar net niet het origineel.

Ik heb al een mooi begin van de klim achter me. Volgens de beschrijving komen nu de zwaarste kilometers tot aan Col de Vence, een tussen-col. Het zweet druppelt van mijn polsen, mijn rug is drijfnat en zonder zweetband zou het zweet van mijn voorhoofd in de ogen stromen. Rustig gaat het verder. Ik maak een bocht naar links en draai nu langzaam om een bergtop heen. Ik weet niet precies hoe ver het nog is tot de Vence, maar ik zie op de GPS een weg van links omhoog komen. Die twee wegen moeten elkaar bij de Vence ontmoeten. Klopt als een bus. Hier ga ik tegen een helling zitten om goed te eten. Brood, banaan, yoghurt, van alles gaat naar binnen. Dat mag ook wel, het is immers al lunchtijd. Na een rust en een goede lunch gaat het verder. Als het niet zo warm was, dan was het hier mooi fietsen. Langzaam maar zeker gaat het verder. De volgende markering is een afslag bij Pillonnieres. Het eerste, steilere deel richting de Porte zit er op. Nu heeft de GPS een kortere route gevonden. Door links af te slaan kan ik meters winnen. Het asfalt bevalt me prima, dus het gaat rustig verder. Langzaam komt de GPS route weer dichter naar de weg. Dan kruist hij deze en gaat verder rechts een zandweg in. Deze zandweg volgt de doorgaande weg langs de berg, maar ligt iets hoger. Als de wegen straks samenkomen, verwacht ik de col. Door een dicht bos gaat het verder. Er staat hier ook nog een bordje met de naam van een col langs de weg. Uiteraard maak ik een foto, maar zonder fiets. Het punt voldoet niet aan de term 'col'. Het is alleen een punt waar een zijweg op de weg omhoog uit komt. Dit kon trouwens wel het punt zijn waar mijn eerste, zwaarste route over de Porte op de D512 zou uitkomen. Col de Porte
Col de Porte


Langzaam nadert de GPS-route de D512 weer. Gelijktijdig nader ik het hoogste punt van mijn ritten hier in de Chartreuse; de Col de Porte (1326 m). Op de col is weinig te beleven. Wel een bordje, maar geen uitzicht. Twee honderd meter verderop, bij een zijweggetje, hou ik voor een tweede keer lunchpauze. Het uitzicht bestaat uit de Chamechaude (2082 m). Uitgerust, maar nog nat van het zweet, rij ik omlaag. Dat is in eerste instantie best fris. Als ik nog eens meer zicht heb, stop ik nog een paar keer om iets te filmen. Ik passeer een bordje dat het rechts naar de Col de Coq gaat, maar deze is 's winters gesloten. Een eindje verder staat warempel een zelfde bord. Dat moet toch een belangrijke col zijn. Klopt, het is de hoogste col (1432 m) van de gehele Chartreuse.

Ik daal door naar La Diat en sla linksaf de Gorges du Guiers Mort in. Hier ben ik zondag omhoog gekomen. Met een forse tegenwind gaat het omlaag. Ik weet nog weer een paar punten te vinden om te stoppen voor een foto. Het is immers vakantie en gaat bijna alleen nog maar bergaf. Bij St. Laurent du Pont bezoek nog even de grote kerk die vanochtend zag, en toer dan terug naar Entre-Deux-Guiers. Helaas is de Netto vanmiddag niet open. Dat zal in verband met de feestdag zijn. Dan maar terug naar het hotel en de fietsen goed vastzetten in de auto. Het zit er immers op. Morgen naar huis.

Meer foto's van de trip zijn te vinden op de fotopagina.

(c)2015,  Henk Luggenhorst