Velomediane Claude Criquielion

Op 16 september 1992 waren wij op een verjaardagsfeest van mijn broer in Utrecht. Het was heel gezellig die avond, er werd gedronken, gegeten en veel gelachen. Maar wat heeft dit verjaardagsfeest te maken met de Criquielion? Op dat feest vertelde hij enthousiast over een wielerspektakel in La Roche in de Ardennen. Hij had een week eerder 172 km gefietst, heuvel op en heuvel af. Alle wielrenners starten tegelijk in het centrum van La Roche. Er was een goede sfeer en hij had nog nooit zo afgezien op de fiets. Aan het eind van die dag kon hij een bronzen medaille afhalen met een diploma, allemaal heel officieel. Hij had namelijk de kriekeljon gefietst. Ik vroeg hem wat dat was de 'kriekeljon'. De kriekeljon is dus de Claude Criquielion, een cyclo-sportif genoemd naar deze oud wielrenner. Door zijn verhalen waren Corinne en ik zeer enthousiast geraakt en besloten gelijk, in onze naïviteit om het volgende jaar ook deze tocht te fietsen.

Onze voorbereiding op onze eerste cyclo-sportieve fietstocht stelde eigenlijk niets voor. 's Winters fietsten we niet. In april werd de racefiets uit het vet gehaald en werd er wekelijks 2 keer de Holterberg bereden. In juli hebben we 3 weken met onze vakantiefietsen dwars door het Baskenland en de Pyreneeën gefietst. Na de vakantie werd weer wekelijks 2 keer de Holterberg bereden. En dat was het dan.

11 september 1993

's Ochtends om halfnegen stonden Corinne en ik aan de start van de vijfde Criquielion. Samen met twee broers van mij en een vriendin van Corinne en nog 2000 andere wielergekken. Wij voelden ons net echte wielrenners maar zo zagen wij er echter niet uit. Gympies aan de voeten, T-shirt met sweater aan en daarover een trainingsjasje. Veel eten in de steekzakken van het jasje. Bidons gevuld met water. Wat ons betrof kon het spektakel beginnen. Om 9 uur exact schoot Claude himself de troep weg. Om 1 minuut over negen had de vriendin van Corinne een lekke band. Ik vroeg of ik moest helpen, maar daar wouden de dames niets van weten (leve de emancipatie). We reden ons zelf we zeiden ze in koor. De dames wisselden de band en de heren beklommen de eerste cote. De omgeving was prachtig en het weer was goed. Bij elk kruispunt stond een mannetje om het verkeer tegen te houden. Toen Corinne en haar vriendin bij het eerste kruispunt kwamen (10 minuten na de rest) stond er niemand meer.

Twee duizend wielrenners gingen eerder linksaf, zij gingen rechtdoor. Na 10 kilometer wisten ze dat ze verkeerd zaten. Ze baalden als een stekker en met een nog grotere achterstand vervolgden ze de goede weg.

De omgeving was nog steeds prachtig. Na 52 voorspoedige kilometers bereikte ik de eerste serieuze hindernis, namenlijk. de Mur de la Velomediane, een zeer steile weg met kasseien, die sommige fietsers al lopend, met de fiets aan de hand, beklommen. Omdat ik lopen met een racefiets geen gezicht vond besloot ik deze cote al fietsend te beklimmen. Met zeer veel moeite kwam ik boven, zonder af te stappen. Ondertussen was ik op deze cote ingehaald door een van mijn broers, die op het steilste stuk mij lachend voorbij fietste en op de top mij hartelijk toezwaaide. Bij de finish heb ik hem weer gezien, 10 minuten eerder over dan ik. Hij had brons, ik had zilver (ik ben namenlijk een paar jaar ouder dan hij) en daar baalde hij goed van.

Mijn andere broer kwam een minuut voor de sluitingstijd binnen met de woorden: "Dit doe ik nooit weer". Hij heeft woord gehouden, dit was zijn eerste en laatste Criquielion.

Wij hadden ons al gedoucht en wachten op de binnenkomst van de dames. Ze bleven maar weg. Om 7 uur waren ze nog steeds niet binnen en werden we wat ongerust. Om halfacht, het werd al wat schemerig, de organisatie was al aan het opruimen, kwamen Corinne en haar vriendin de Col de Samree affietsen. Vlak achter hen reed de bezemwagen. De bestuurder van deze auto stak zijn duim omhoog. Hij was onder de indruk van de prestatie van deze dames.

Corinne en haar vriendin waren ruim buiten de sluitingstijd binnen, maar ze zijn niet afgestapt, ze hebben de ruim 172 km helemaal uitgefietst. Enthousiast vertelden ze hun verhaal.

Nadat ze verkeerd gereden waren, haalden ze na enkele kilometers de eerste fietsers weer in. Dit waren natuurlijk niet de wielrenners met de beste conditie en de meeste stapten daarom af, zodat de bezemwagen bijna de hele route achter Corinne en haar vriendin heeft gereden.

Bij de ravitaillering was het eten en drinken bijna op maar ze fietsten verder, gevolgd door de bezemwagen. Als een van de dames een plasje moest doen, stopte de bezemwagen op gepaste afstand. De bestuurder heeft enkele keren gevraagd of ze niet in wilden stappen, maar hij kende de mentaliteit van deze dames niet. Ze gingen door. Ondanks dat ze als allerlaatste over de streep gekomen waren hadden ze toch genoten van het fietsen door dit heuvelachtige land met zijn mooie omgeving. Dus Corinne en ik besloten om het volgende jaar weer mee te doen.

In september 1994 stonden Corinne en ik weer aan de start van deze zware cyclo-sportieve tocht. Corinne was nu ruim op tijd binnen en had zelfs zilver. Ik heb mijn tijd sterk verbeterd en had ook zilver.

In 1995 hebben we een vriend van mij, en twee vrienden van Corinne die ook wel eens fietsten overgehaald om mee te fietsen. Mijn vriend had twee buren die ook aardig konden fietsen, die zouden vast ook wel mee willen doen. Op 2 september 1995 stonden Corinne, Erwin de Valk, Jos Heuvink. Onze vrienden Wim, Ans en Rene en mijn persoon aan de start van de 7e Velomediane Claude Criquielion. Erwin en Jos hadden de smaak te pakken en samen met Bert Visser en Henk Beijers stonden we het jaar daarop weer aan de start.

Dit jaar was ik de enige van de WVH die deze tocht heeft gereden. Corinne is geblesseerd aan haar schouder en kon helaas niet mee doen. Het weer was perfect; zonnig en 22 graden en geen wind. Grote gedeeltes van het parcours zijn opnieuw geasfalteerd, dit samen met de perfecte organisatie was het weer een genoegen om deze tocht te rijden. Tot 142 km heb ik uitstekend gereden. Toen moest ik de Code de Beffen beklimmen, een stuk weg met gedeeltes van 16%. Ik kreeg kramp in mijn benen en met 5 km klom ik verder. De laatste 30 kilometer waren voor mij afzien. Toch heb ik mijn snelste tijd verbeterd; na 6 uur, 36 minuten en 38 seconde (gem. 25,953 km/uur) was ik binnen.

Volgend jaar wordt de 10e Criquielion gereden. Ik kan ieder lid van de WVH, met een goede conditie, adviseren om een keer mee te doen. Het is een goed georganiseerde tocht over 172 km (hoogteverschil 3300 m) door een mooie omgeving. Het asfalt is verbeterd. De sfeer is goed, met veel publiek aan de kant van de weg. Op sommige punten van het parcours wordt muziek gemaakt. Het grote aantal deelnemers en de gezamenlijke start en het feit dat je op tijd moet rijden maakt van dit evenement een bijzondere gebeurtenis.

Jan Embsen

 

Copyright Jan Embsen, Rijssen 1997