ATB'en in het Zwarte Woud.

Hier geen verhaal over een cyclosportief-tocht, een verreden kampioenschap of een verschrikkelijke alpentocht maar een simpel verslag van een vakantie in het Zwarte Woud waar de ATB mee naar toe ging. 

Gaan jullie nou alweer naar Schwarzwald was dit jaar een nog al eens gehoorde opmerking als men informeerde naar onze vakantie bestemming. Het was waar, wij gingen voor de vierde keer naar hetzelfde adres. Een echte Scharzwalder Bauernhof was wederom ons onderkomen, gelegen aan een smal B weggetje dat vanuit het dorpje Aitern ongeveer vier kilometer naar boven kronkelt met stijging percentages van 14%. Aan het eind van deze weg op zo'n 900 m. hoogte bevindt zich de boerderij in een echt idyllisch landschap, bergweiden met koeien, dichte bossen tegen de hellingen, en overal kleine weggetjes waar de rust overheerst. Het is net of je in een andere wereld komt. We bevinden ons dan in het zuidelijke deel van het Zwarte Woud tussen de Belchen en de Feldberg, zowaar een prachtig wandel- en ATB gebied. 

Bij aankomst werden we begroet door de boer deze vroeg of we de "Farräder" weer hadden meegebracht en zo ja dan voorspelde hij dat we een zware vakantie te gemoed zouden gaan. En inderdaad we hadden ATB fietsen meegebracht, drie stuks, voor de beide jongens en voor mij. En gefietst werd er. De eerste dagen hebben we het, de beide jongens en ik, maar een beetje kalm aan gedaan met korte ritjes in de buurt om een beetje te wennen aan de voor ons toch wel wat zwaardere omstandigheden. Daarna zijn we wat langere tochten gaan rijden die genummerd aangegeven staan op een kaart en onderweg ook zo zijn aangegeven.

Van het gebied is een ATB kaart uitgebracht genaamd "Mountain Bike für urlaub und freizeit zwischen Feldberg und Belchen " Hoch- schwarzwald 400-1490 m. 
Hierop worden 20 routes aangegeven die in een bijbehorend boekje worden beschreven. Op de kaart worden de routes aan gegeven met de kleur blauw, rood of zwart al naar gelang de moeilijkheidsgraad, net als bij het skiën.

De tochten worden zwaarder, geregeld moet het kleinste voorblad worden aangesproken en af en toe zelf het grootste achtertandwiel. Vaak over weggetjes voor agrarisch- of boswerkverkeer soms bezaaid met grote stenen wat een grote moeilijkheidsfactor geeft. Zo gauw het iets minder steil is en je niet in een bos fietst kun je genieten van prachtige vergezichten. In sommige bossen is het soms schemerdonker zo dicht staan de bomen op elkaar. Vanuit het volle zonlicht hard zo'n bos in rijden is niet helemaal zonder gevaar want je ziet namelijk eerst bijna niets zo donker is het daar. Eenmaal gewend aan de "duisternis" is het bijna onwerkelijk zo stil als het dan is, je hoort alleen de fiets, je ruikt het bos en het is er heerlijk koel na alle inspanning. 

Bij het uitkomen van het bos kom je weer in de "werkelijkheid" en het is er weer warm, zo warm dat bij weer een klim het zweet je in de ogen loopt.
De boer had gelijk het is zwaar.

Boodschappen moeten er soms ook gedaan worden, en bij zo'n gelegenheid zijn we eens naar het plaatsje Todtnau gegaan. Hier bevindt zich een downhillparcours. Dit moest eens nader bekeken worden, vanaf het stoeltjesliftstation zijn we naar boven gelopen soms zo steil dat je jezelf aan de takken moest vast houden om hoger op te komen.. Enkele downhillers waren aan het trainen en kwamen met een noodgang naar beneden stuiven. Al klapperend en bonkend kwamen ze beneden tot groot enthousiasme van de beide jongens die dat ook echt wel zagen zitten om dat ook eens te proberen.

Met grote overredingskracht heb ik getracht om hen dat uit hun hoofd te praten, het mocht niet baten. Pas nadat ik hen had gewezen op het grote bord bij de ingang van de stoeltjes lift waarop stond aangegeven waar een gebruiker van de "Downhillstrecke" aan moest voldoen voor wat betreft de uitrusting ter bescherming van zich zelf, werd het enthousiasme iets minder. Al mokkend ging het weer terug naar de auto. Onderweg daar naar toe viel het oog op een grote bestelbus met de tekst "Giant" er op. Het bleek de bus te zijn van het internationale Giant downhillteam. Ze waren in Todtnau een nieuw model downhillfiets aan het testen. De "oude" en de nieuwe fiets zaten vol met sensoren die allemaal in verbinding stonden met een soort registratiecomputer die op het stuur bevestigd was zodat tijdens de afdalingen het verschil in reactie van de fietsen kon worden afgelezen. De fietsen werden bereden door de Australiër Myles Rockwell, volgens mijn jongste zoon, een goede downhiller. 

Deze afdaler was vergezeld door twee mecaniciens en een bus vol gereedschap, frames, verende voorvorken, banden, derailleurs en een grote hoeveelheid andere onderdelen. In de auto naar "onze" boerderij terugkerend begon er weer één over het zelf afdalen wat toch zou moeten kunnen, er zou daar namelijk ook nog een freerideparcours vlak naast het downhillparcours. 's Avonds werd dan toch afgesproken dat er eens naar het freerideparcours gekeken zou worden of daar eens naar beneden kon worden gegaan met de ATB. 
Een paar dagen later was het zover, wij op de ATB naar de in het dal gelegen plaatsje Aitern-Schönau. Van daaruit over de "Wiesental Radweg" naar Todtnau. Deze fietsroute loopt door het zuidelijke deel van het Zwarte Woud licht klimmend grotendeels langs het riviertje de Wiese. Na een kilometer of acht ben je dan in Todtnau. Bij de stoeltjeslift aangekomen werden er kaartjes gekocht voor een enkele reis naar boven en konden we plaats nemen in de stoeltjeslift, en aan een stoeltje later dan waar jij in zat werd je fiets gehangen.
Boven gekomen werd de fiets door een liftmedewerker weer keurig aangereikt. We spraken af dat we eerst boven nog wat zouden rondrijden daar deze lifttocht toch nog al aardig wat DM had gekost en dat het anders wel een hele dure afdaling zou worden. Na anderhalf uur en een fikse onweersbui later waren we weer bij de start van het downhill-/freerideparcours aangeland. 

Er werd gestart vanuit het starthok van het downhillparcours en vandaar naar het freerideparcours. De oudste zoon vertrok het eerst en tot zou een stop voorop gaan, ik vertrok als laatste. Dat heb ik geweten, de beide "heren" waren in een mum van tijd uit mijn gezichtveld verdwenen terwijl ik er maar achteraan kwam "stuntelen". Het wás me daar even stijl, soms net alsof je van een dak afreed. Op een zeker moment kwam je op het downhill gedeelte waar het blijkbaar niet zo "extreem" was. Het zou wel zo zijn maar toch was mijn fiets bijna niet te stoppen want als je remde slipte het achterwiel en als de beide remmen werden gebruikt kwam het achterwiel van de grond. En dan was het er ook nog glad van de regen die tijdens de onweersbui was gevallen en al die grote stenen waar je over moest, waar was ik aan begonnen. Toen ergens halverwege de jongens op mij stonden te wachten, had ik al wel tweehonderd meter gelopen want het leek mij soms niet verantwoord om op de fiets te blijven zitten. Maar we moesten toch verder naar beneden, nu ging de jongste voorop en hetzelfde ritueel als bij de start volgde. Beneden gekomen stonden ze dol enthousiast op mij te wachten met uitspraken als gaaf, mieters ed. De jongste vroeg of ik oud begon te worden omdat ik soms gelopen had, hij had slechts twee keer een voet aan de grond hoeven te zetten, over fietsbeheersing gesproken.
Ik vind afdalen ook wel leuk, maar zoiets hoeft voor mij echt niet weer, ik vond het risico te groot dat je komt te vallen op de vaak scherpe stenen. Daarom wordt beneden ook aangegeven welke beschermende uitrusting gebruikt moet worden. De afdaling was ongeveer drie kilometer lang maar door de regen was het parkoer glad en vies geworden, we zagen er dan ook uit alsof we complete toertocht bij slecht weer hadden gereden. 

Op de terug tocht naar de boerderij over de "Wiesental-Radweg", ging het nu lichtjes naar beneden en haalden een snelheid van veertig kilometer per uur zodat we weer vlug in Aiteren-Schönau waren, maar daar wachtte de klim naar de boerderij nog, vier kilometer met stukken van 14% stijging, maar vies en smerig als we waren we kwamen weer boven. De fietsen hebben we later afgewassen heel klein stromend beekje nabij de boerderij. Al met al een enerverende dag.

Een volgend hoogtepunt en tevens als laatste tocht bedoeld was de "Schönau-Belchen-Schönau tour", een vanaf onze verblijfplaats ± 55 km route. Niet zo'n grote afstand voor een veldrit in Nederland maar hier in het Zwarte Woud hebben wij er dik vijf uur overgedaan.
De "wegbewijzering" was bij deze tocht echter niet geheel in orde zodat we de routekaart geregeld moesten raadplegen. 80% moest er gefietst worden over gravel- en bospaden en 20% asfalt waaronder de laatste drie km van de klim naar de Belchen. Boven op de Belchen wordt 's winters geskied, dus is het daar behoorlijk kaal het is echter maar een klein skigebied. Bij helder weer is het mogelijk de Mont-Blanc te zien liggen maar toen wij er waren was het te heiig. Ondanks de minder goede "'wegbewijzering" was ook dit een schitterende tocht. 

Het gebied rondom de Belchen en de Feldberg heeft ongekende mogelijkheden om te ATBen. Ook om te wandelen zijn er volop mogelijkheden, honderden kilometers wandelroute liggen er te wachten. Ook vlak bij de boerderij liggen verschillende wandelroutes om dagen te lopen en te genieten van de rust en de prachtige natuur die daar nog volop aanwezig is.

Weer hebben we genoten van onze vakantie in het Zwarte Woud, een doe vakantie voor het gehele gezin want er werd niet alleen gefietst op de ATB al werd die bijna elke dag gebruikt. 

Gerrit van Doornspeek

 

Copyright, Markelo, 2000