100.000 km fietsen door Europa
Een overzicht van 15½ jaar
fietsen
Het afgelopen jaar mocht ik het feit
vieren dat ik 100.000 km sportief (per racefiets of hybride) heb
afgelegd. De kilometers op de gewone fiets (naar schatting zo'n
50.000-60.000 km) laat ik daarbij buiten beschouwing. De exacte
datum van het bepalen van de mijlpaal valt niet te bepalen aangezien
ik de eerste jaren de kilometerstand nog niet nauwkeurig bijhield
en deze daarom heb moeten schatten. In dit overzicht wil ik een
aantal binnen- en buitenlandse hoogte- en dieptepunten opnemen.
1981-1983
In de zomer van 1981 kocht ik mijn eerste
'racefiets' (een Fongers) om met mijn buurjongen, Erik Roelvink
(in een grijs verleden ook lid van de WVH), te gaan fietsen. Naast
de gezamenlijke tochten reed voornamelijk rondjes van ca 30 km.
Daarnaast werden een aantal toertochten (Holten, Oene) verreden.
Van deze drie jaren heb ik nooit de kilometers exact genoteerd,
maar het moeten er ca 7000 zijn geweest.
1984-1985
Na 3 jaar 'raggen' op de logge Fongers
werd het tijd voor iets snellers. In mei 1984 werd het oude karretje
vervangen door een maisgele Miyata Cycle (niet te verwarren met
de Koga Miyata). In deze periode probeerden enige personen binnen
de wielervereniging mij al bij de club te krijgen. Zo kreeg ik
af en toe een clubblad. Ik werd uitgenodigd om met de vereniging
deel te nemen aan 'Dwars door Limburg' (243 km) op 12 aug. 1984.
Aangezien ik nog nooit meer dan 150 km en nog nooit zwaardere
bulten dan de Holterberg had gehad, zag ik er nogal tegenop. Het
werd voor mij één van de hoogtepunten van mijn 'carrière'
want het viel allemaal enorm mee. Het werd ook één
van de bizarste tochten die ik heb meegemaakt. Bij de eerste van
de drie doorkomsten van Valkenburg werd in een afdaling door een
deel van de groep een pijl gemist. De groep viel in drie stukken
uiteen. Hans Voogsgeerd reed vooraan, zag beneden pijlen staan
en volgde deze. Hij bleek daardoor 100 km af te snijden. Ik heb
hem een jaar later pas voor het eerst teruggezien. Ik stond met
Jannie Oolbekkink (tegenwoordig Vasters) beneden. Na bestudering
van het kaartje kozen we er voor om een stukje parallel aan de
route te gaan rijden om in het volgende dorp de route weer op
te pikken. Op dat punt hebben we een tijdje staan wachten op de
anderen voor het geval dat ze achter ons zouden zitten. Aangezien
er niemand meer van de club kwam gingen we er van uit dat ze voor
ons zaten. We zijn daarom gezamenlijk doorgereden. Bij Gulpen
zat een lus in de route zodat een deel van het traject twee keer
afgelegd moest worden. Terwijl Jannie en ik op de splitsing stonden
te kijken hoe het verder moest, kwamen we de anderen tegen. Zij
moesten de lus nog afleggen, terwijl wij dat al hadden gedaan.
Het bleek dat zij net na Valkenburg een lekke band hadden gehad
waardoor ze achter ons i.p.v. voor ons zaten. We hebben het laatste
stuk daarom maar apart uitgereden. Pas laat in de nacht kwamen
we terug in Holten.
1986-1987
In 1986 werd ik lid van de vereniging.
Doordat er nu meer trainingsritten en toertochten werden gereden
liep het aantal kilometers snel op van zo'n 3000 per jaar naar
8500. In 1986 reed ik mijn eerste LBL, de trektocht door Europa
was begonnen.
1988
Het seizoen 1988 beschouw ik als mijn
persoonlijk topjaar. Met name tijdens LBL vielen topvorm en het
hebben van een goede dag samen, waardoor ik het genoegen had om
enige gerenommeerde renners achter mij te laten. Wie zou niet
Gerard Höften, Hans en Wim van Oijen op de Redoute willen
verslaan in de 'sprint'. De vorm van het voorseizoen werd meegenomen
naar de vakantie. Voor het eerst gingen Henk en ik samen naar
het buitenland voor een fietsvakantie (hierover verderop meer).
Naast een zomerseizoen begon ook een winterseizoen te ontstaan,
waarbij we veldritten gingen rijden.
1989
Nadat ik het afgelopen jaar tijdens
regenachtig weer een bocht miste bij de afdaling van de Zijpenberg
en daarmee het frame enigszins opreed, werd besloten een nieuw
ros aan te schaffen.
1990-1996
In deze periode mocht ik meemaken hoe
de Wielerverening Holten groeide en bloeide en leden aantrok uit
alle windstreken. Naast kwantiteit nam ook de kwaliteit toe. Mocht
ik mij in het begin nog tot de snellere jongens rekenen, tegenwoordig
mag ik al blij zijn als ik het tempo kan volgen. Je moet dan terugdenken
aan de tijd dat tijdens een training snelheden van zo'n 40
km/u werd bereikt of een gemiddelde van 32 km/u. Tegenwoordig
is de A-groep bij deze snelheden nog aan het warm rijden. In 1990
mocht ik het hoogste aantal afgelegde kilometers in één
jaar noteren, nl. 9600 km. Dit was te danken aan de lange zomervakantie
na het beëindigen van de studie. De jaren daarna werd de
jaarafstand teruggebracht naar 7350 - 8550 km/jaar. Hiervan is
jaarlijks zo'n 1000 km met de crossfiets/hybride.
Vakantie
De jaarlijkse fietsvakantie vormt het
hoogtepunt van het zomerseizoen. Frankrijk is daarbij een geliefde
bestemming, maar ook Spanje, Zwitserland, Oostenrijk, Italië,
Duitsland, Denemarken en Noorwegen werden in de loop van de jaren
bezocht. Tijdens deze vakanties wordt 700-1400 km per fiets afgelegd
(80 fietsdagen met daggemiddelde van 108 km). Naast het afleggen
van vele kilometers worden ook gedenkwaardige momenten beleefd.
Zo werden vele bekende en onbekende cols beklommen en aan grote
evenementen deelgenomen (Marmotte, Trondheim-Oslo, etc.). Een
tik die vele renners hebben is het verzamelen van foto's van (on)bekende
cols die fietsend bereikt zijn. Persoonlijk houd ik een lijst
bij van beklommen bergen. Op deze lijst staan reeds 151 beklommen
bergen (w.v. 92 in Frankrijk). Naast de geleverde 'prestatie'
roepen bepaalde bergen van deze lijst tevens herinneringen op.
De hoogste (2 sep. '91)
Uiteraard moet ik beginnen met de hoogste
bereikte col, de Bonette (2802 m). Nadat Henk en ik het eerste
deel samen hebben afgelegd, waarbij een grindwagen lastig midden
op de weg stond, ben ik het laatste stuk vooruit gereden.
De snelste passage (11 jul. '89)
Tijdens de afdaling van de Col de Port
passeerden we de Col des Ca...., en toen waren we het bordje al
voorbij. Op de kaart bleek dat we die dag over de Col des Caougnous
waren gekomen.
De 1e 2000-meterpassage (10 jul '89)
Tijdens de eerste dag in de Pyreneeën
moesten we vanaf zeeniveau over de Col de Pailheres (2001 m).
Na 2 redelijk simpele colletjes dook deze lange col op. Aangezien
ik nog nooit in de bergen had gereden begon ik te snel, met een
te zware versnelling en nogal royaal met de krachten. Langzaam
maar zeker ging het licht uit. Een paar kilometer voor de top
kwam een lid van het reisgezelschap langs en moedigde mij aan
met de kreet "komop, nog 2 km". Een paar honderd meter
verderop werd ik opnieuw ingehaald. Opnieuw klonk een aanmoediging
"kom op Gerrit, nog 3 km". Deze opmerking had een verlammende
uitwerking en een ogenblik later lag ik naast de fiets in de berm.
Het laatste stuk heb ik de bus genomen. De volgende dagen werden
de cols met een ander verzet en een andere strategie redelijk
probleemloos genomen.
De kasseien (2 jul. '95)
In Zwitserland liggen een aantal passen
redelijk mooi bij elkaar zodat men rondritten over een aantal
passen kan houden. Deze dag hadden we een rondrit over de Furkapass
(2431 m), Nufenenpass (2478 m) en de St. Gotthardpass (2108 m).
Met name deze laatste zagen we met spanning tegemoet, want we
waren van plan om via de oude weg met kasseien naar boven te gaan.
We werden aangenaam verrast hoe makkelijk en egaal deze beklimming
verliep. Alleen bij een paar bochten die later gerepareerd zijn
was het wegdek niet zo best.
De gemiste col (1 aug. '90)
Normaal merkt men wel dat een col beklommen
wordt en wanneer men boven is. Op deze dag in de Languedoc wisten
we dat we over de Col de la Cyre zouden komen. We ontdekten pas
dat we over de col waren toen we reeds volop in de afdaling waren.
De klim bestond dan ook uit een hoogteverschil van zo'n 20 meter
....
De onwillige kuitspier (3 sep. '91)
Tijdens een verplaatsing kwamen we héél
toevallig kort langs de Mont Ventoux. Uiteraard konden we het
niet laten om deze mee te pakken. Tijdens het inrijden van Vaison-la-Romaine
naar Bédoin voelde ik de kuitspier al trekken. Het eerste
deel van de klim werd een lijdensweg. Zonder een enkel vlak stukje
(ook geen haarspeldbocht) en zonder een duidelijk beeld waar de
klim naar toe leidde (door het bos) worstelde ik naar boven. Op
een gegeven moment moest ik gewoon even stoppen (ik weet het:
geen punten volgens HB). Tot mijn verbazing was Henk met een minuut
bij mij. Daarna wist hij ook nog te melden dat hij ook al had
staan rusten. Het laatste open stuk vanaf Chalet Reynard ging
weer een stuk beter.
De koude klim (7 jul. '96)
Als er iets is waar ik slecht tegen
kan, dan is het wel regen in combinatie met kou. Al verscheidene
keren in mijn 'carrière' heb ik onder dergelijke omstandigheden
verschrikkelijk moeten lijden. Tijdens de afgelopen vakantie was
het weer eens raak. Terwijl de tourrijders door sneeuwval in de
Alpen een ingekorte etappe hadden, heb ik van de Col de la Pistole
weinig meer gezien dan het achterwiel van Henk.
Ter afsluiting
Ik geloof dat ik nog wel diverse kantjes
vol kan maken met diverse belevenissen in de loop van de jaren.
We moeten echter niet alleen maar achteruit, maar ook voren kijken
(zeker als fietser). Ondanks het feit dat ik al veel heb gezien,
zijn er nog genoeg ideeën voor de toekomst. Bestemmingen
die ik voor mij zelf nog op het programma heb staan, zijn b.v.
een tocht over kleine wegen in de Pyreneeën, het beklimmen
van de Stelvio en de Gavia en zilver op de Marmotte (hoewel dit
door het faillissement van de organisatie lastig kan worden).
Het ziet er naar uit dat de vakantie dit jaar aan de overkant
van de Noordzee wordt gehouden. Verder staan dit jaar uiteraard
op het programma: LBL, meerdaagse, Holterbergtoer, afsluitingsrit,
etc.
Dus op naar de volgende 100.000.
Gerrit Luggenhorst
(Copyright 1997)